C 2 7°
poging die derzelver deeltjes uitoefenen om den
Phosphorus te ontwijken wordt door het ver
schijnsel der '/.elfontlading van eone Leijdsche flesch
in 't iuchteldige k of dat hetzelfde is der weg-
vloeijing van eene opgehoopte hoeveelheid elec-
trieke stof, zigthaar gemaakt, en buiten allen twij
fel gesteld; want de herstelling der flesclikan toch
niet wel anders, dan aan de groote veerkracht,
die de electrieke stofdeeltjes in dit geval uitoefe
nen toegeschreven wordenen dewijl deze stof
in zoo eene groote mate caloritjue gebonden houdt,
zal bijgevolg dit uitwerksel aan de veerkracht en
uitzetting van dit caloriijue zelf toegekend moeten
Worden m
9°-
(i) Proef 77. 5 59.
Indien ik oordeelen moet naar de weinige partij,
die men hiervan in het verklaren van het laden der Leijd
sche flesch tot nog toe getrokken heeft» zou ik dit eenc
»ieu\re ontdekking kunnen noemen.
(2») Niet geheel oneigenaartig zou men in dit geval,
een rolletje Phosphorus bij eene Leijdsche flesch kunnen
vergelijken, en het geen deze voor de electrieke stof is,
geene voor de warmtestof zich voorstellen; immers gelijk
de drukking van den dampkring tot het laden, en behou*
den der lading bij de flesch noodzakelijk is, blijkens Proef
77, alz<»o ook is die zelfde lucht, en hare drukking voor
den Phosphorus behoefte, om zich warmtestof aan te schaf
fen althans om die te behouden en gelijk bij de flesch
deze drukking weggenomen zijndezij zich van zelfs ont
laadt; zoo ook ontlast zich de Phosphorus, onder eene g£*
l§ke omstandigheid van zijne verborgene vuurstof,