*43 geen oogenblik kunnen twijfelen. Geene beden king zal bet bij ons lijden, of de een zal aan den anderen gaarne zijne schatten van meer dere kennis mededeelen, de een den anderen zoeken te verlieffen tot den hoogeren trap van deugd, op welken hij zich geplaatst ziet. De nieuw aankomende ledenen onder deze voor al dezulke, welke hier op deze aarde minder of gecnen tijd en gelegenheid hebben gehad, om zich te oefenen en voortebcrciden (x), zul len het noodig hebben, dat andere hunne on derwijzers en leidslieden zijn, en elk, die daar toe in staat isgereed vindenom hun dien dienst te bewijzen: en altijd zal naar den on derscheiden aart en aanleg en de verschillende vorderingen der hemelbewoners, de een den an deren knnnen blijven opleiden tot kennis en Godverheerlijking, zoo dat de hoofdzaak in het geen wij liier opvoeding en onderwijs heeten, eeuwig voor hen zal blijven een voorwerp van de levendigste belangstelling. De strekking van derzelver aanvankelijke en voortdurende beoefening als Wetenschap, en van de kundigheden, welke wij daardoor verkrij gen, om ons nader te brengen aan het doel, welks bereiking wij ons in een volgend leven zien xBij voorbeeldkinderen voor bet gebruik en de ontwikk*» ling van hunne redelijke en zedelijke vermogens stervende*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 187