173 mensclielijke Maatschappijdie zich eetiige We tenschap kiezen ter beoefeningniet uit hoof de van hun beroep of van hunnen stand, maar meer tot uitspanning en vermaak, of tot ver- poozing van de gewoone bezigheden van hun her roep; verdient hier ook nog eene plaats de aan beveling om zoo ver onze aanleg en overige verkregene kundigheden dit toelatenons bij -voorkeur Lij zulke Wetenschappen te bepalen, welke ons ook in de eeuwigheid van bijblij vend nut kunnen zijn. Uit hoofde van ons be roep en onzen stand in de Maatschappij zijn wij niet zelden gebonden aan eenig vak VW studie, hetwelk ons in de eeuwigheid minder rijke en bijblijvende vruchten belooft, en wij moeten ons dit dan buiten twijfel getroosten uit gehoorzaamheid aan Goddie ons in onzen werkkring geplaatst heeften door Zijne Voor zienigheid ons onzen stand heeft aangewezen. Doch meerdere vrijheid hebben wij met opzigt tot onze Wetenschappelijke oefeningenmet welke wij meer ons vermaak en onze verpoo- zing van andere bezigheden bedoelen. In de keuze van dezelve mogen wij dus niet alleen ons rigten naar het meerdere nut, het welke wij ons van dezelve op den duur mogen belo ven tot vermeerdering van ons geluk in de eeu- wig-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 217