36 oordeelde bij zich zeiven denkt welke aan gename droomen! Buitendien, hoe minder wij van eenige zaak weten, hoe meer wij er gaarne van wilden weten: immers getuigt de geschiedenis, dat de menschelijke geest zich vaak uitgeput en ver stompt heeft, in het nasporen en uilvorschen van dingenwaarvan men niets kon weten omdat zij hersenschimmig en niet aanwezig waren. Alchymiesteen der wijzenwelke toverwoorden van vroeger dagen, en welke luchtkasteelenvoegen wij hier nu nog bij, dat de menschelijke geest gereedelijk tot uitersten overhelt, ndan zal men de gegrondheid on zer bovengemaakte aanmerking, dat eene gevaarvolle klip hier in het oog dient gehouden te worden, volledig toestemmen. En wie twijfelt er aan, of men is vaak te verre gegaan, in het bepalen van het geen tot de toekomst betrekking heeft! men stelde zich het tegenwoordige te veel als den maat staf van het toekomende voormen geloofde te en (n) Z, H, van Alphbk, over de W'are Volksverlichting die een en ander voorbeeld, (welke mee nog talloos vele audere sit onze dagen souden kunnen vermeerderd wordentot staving van deze stelling opgeeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 260