75
staan te zijndat de berg Gerizim, aan welks voet
Sicliem lag, de eigenlijke plaats was, door
de Aartsvaders tot Godsdienstige luilde gewijd.
Het denkbeeld van de heiligheid diens bergs
kreeg voedsel door de, naar Mozes bevel, al
daar verrigte plegtigheid ter bekrachtiging der
Goddelijke wet Doch het was onkunde,
uit het een en ander te willen afleiden, dat op
dezen benr en niet te Jeruzalem moest aan-
o
gebeden worden. Jezus besliste dan wel het
pleit ten voordeele der Joden zoodat Hij hen
verklaarde voor het echte nakroost der Aarts
vaders bij het welk de zetel van den waren
Godsdienst, volgens bewijsbare gronden, op
Goddelijk gezag gevestigd wasen uit het
welk daarenboven het voorspelde heil der
wereld moest voortspruiten. Doch Hij voor
spelde tevens niet onduidelijk het nabij zijnde
verval der door Mozes wet bevolenc inrigting,
volgens welke Jeruzalem de stad des Ile-
melschcn Konings wasdie aldaar met zekere
plegtigheden wilde vereerd zijn. Die zinnelij
ke eerdienst zoude verwisseld worden met eene
louter geestelijke! en zedelijke vereering van
den Vader des mensdoms, die aan alle plaat
sen geschieden kon. cc Vrouwe'' zeide Hij
«geloof mij, de ure komt, dal gij noch op
dezen
Joi. VIII, $o35. Verg. Dent. XXVII, XXVlII.