«J
andere wereld; Daar mogen wij ons voorstel
len, dat zij ons zal aandrijven, om hoe langer
200 meer er naar te strevenom het gebrekki
ge te verbeteren en het onvolledige aan te vul
len. Onze zielmeer vrij in hare werkingen
èn minder beperkt in'het gebruik van hare ver
mógens door den vaak zoo belemmerenden in
vloed des ligchaamszal zich daartoe ook meer
in staat gevoelen. Elke nieuwe vordering zal
ons in staat stellen om verder voort te gaan en
gelegenheid geven, om meer te ondervinden den
heilzamen invloed der door ons beoefende We
tenschappen: én zoo mogen wij ons beloven,
dat zij ons in den Hemel zullen bijblijven om
mede te werken aan de verhooging van onze za
ligheid.
In de derde plaats schijnt het eenen goeden
grond voor deze verwachting op te leverendat
wij ons de beoefening der Wetenschappen en
den toekomstigen gelukstaat als van gelijken
aartbeide als geestelijk hebben voor te stel
len, en dus wel bij eikanderen passende; regt
met eikanderen strookende. Het is waar bij
bet beoefenen der Wetenschappen en het aan-
leeren van kundigheden hebben wijgeduren
de ons aardsche leven, de zintuigen en leden
Van ons ligchaam noodig. Onze zintuigen zijn
toch