35 zoo zal het ons ook wel niet mogelijk zijnge durende onzen staat van voorbereidingons reg- te denkbeelden te maken, immers tot in de bij zonderheden toe, van den .toekomstigen» staat van belooning en genot, als waren ons omtrent denzelven ook de uitvoerigste ontdekkingen ge daan. En ook uit then hoofde moeten wij het wijs en goed achten dat de Heilige Schriften ons niet meer hebben geopenbaard aangaande den gelukstaat des Hemels, dan hetgeen voor ons noodig en genoegzaam is en juist daarom ook door ons uit het regte oogpunt kan wor den beschouwd. Verder leert de ondervindingdat juist dat gene, hetwelk eenige donkerheid blijft behou den en niet in alle opzigten duidelijk en helder isdikwijls wel het sterkst op den mensch werkt, hem het meest aantrekt, of afschrikt. En ook uit dien hoofde moeten wij het aanmer ken als zeer wijs en welgedaandat God in het algemeen alleswat de toekomstige eemve be treft, in vele opzigten als in een geheimzinnig duister heeft ingewikkelden ons in den Bijhcl slechts spaarzame ontdekkingen met betrekking tot hetzelve gedaan. Meest overeenkomstig hebben wij dat, ein delijk, ook te houden met de voorstelling, wel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 79