45 deze aarde voor onzen Geest hebben verzameld, door eene vlijtige beoefening der wetenschap pen ons zullen kunnen bijblijvenen dat de nuttige kundigheden, welke wij hebben ver kregen bij voortduring zullen kunnen mede werken ter verhooging van onze zaligheid Verder', de Heilige Schrift leert ons het te genwoordig en liet volgend leven, ook met betrekking lot de gezaligden, steeds beschou wen als onderling tot eikanderen in de naauw- ste betrekking staande. Want niet alleen ver bindt zij het volgend leven onmiddelijk aan het tegenwoordige, zoo dat wij, van hier scheidende, terstoud verplaatst worden in ee- nen staat van geluk of van ongeluk in de andere wereldmaar zij spreekt ook steeds van dit leven als van den tijd der voorbe reiding voor het volgende, tot het welke wij zullen overgaan als wij hier geleefd hebben en leert ons, dat wij hiernamaals zuilen maar- jen het geen Wij bier zullen gezaaid hebben. Naar deze leer dér Heilige Schrift, die ik te zeer bekend en bewezen acht, dan dat het noo- dig zou kunnen zijn dezelve door het aanvoe ren van een aantal Bijbelplaatsen te staven, hebben wij het dus daarvoor te houden, dat onze ziel, hij den dood des ligchaams, blijft be- bZ. het boven kralen'érfïe op bl. 20 en vohV,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 89