2
geschrevene geschiedenis medegedeelde toetsten
ons geloof aan dezelve bevestigt of vernietigt; die de
gapingen aanvultwelke in het een en ander opzigt
bestaan, en alzoo, in ruime mate, het hare bijbrengt,
om al ons weten te verhoogen en te bevestigen. In
niet geringe mate heeft dit ook plaats in betrekking
tot het gewest hetwelk wjj bewonen. Vergunt mij
M. II. dat ik dit door daadzaken stave en in bijzon
derheden het nut ontvouwe, hetwelk voor deze Pro
vincie, uit eene gezette beoefening der Oudheidkunde
is op te zamelen.
"Wanneer men ons gewest met een oog van opmer
king gadeslaat, dan ontwaart men overal, dat het
zelve de verbazendste omkeeringen ondergaan heeft.
Niet alleen liggen hier en elders, eens bekende en
bloeijende plaatsen inde diepte verzwolgen, en vinden
wij in tegendeel belangrijke stroomen in vruchtbare
landouwen herschapen maar ook dan wanneer wij
den bodem zeiven onderzoekenontmoeten wij ver
schijnselen welke van nog grootere verwoestingen
getuigen dan de geschiedschrijvers hebben aangetee-
kend. Of moet het niet billijker wijze onze verwon
dering wekken, dat men niet slechts op meer dan
eene el diepte onder het met schelpen vermengde zand
weder eenen goeden teelgrond aantreft, maar boven
dien diep onder dezen in de derrie riet en boomtak
ken vindten zelfs nog lagerop eene diepte van 27
en sneer palmen of 8 a 9 oude voetenwederom in
eene vruchtbare aardede overeindstaande tronken van
dennen en andere boomstammennog volkomen van
der-