ijl
aan onze Heeren Ingenieurs van den Waterstaatdiebij
hunne plaatselijke kennis en voortgezette waarnemingen ver-
eenigd met grondige wetenschapde meestbevoegde be
oordeelaren zijn. Hun staan andere hulpbronnen ten dienste
dan ik heb kunnen gebruiken. Kunnen en willen zij door
middel derzelvebewijzen, dat ik heb misgetast, het zal
mij even aangenaam wezen als wanneer zij nieuwe gron
den voor mijne meening aanvoeren. In beide gevallen toch
zal ik de overtuiging erlangendat ik heb medegewerkt
tot het verkrijgen van vaste beginselen voor de versterking
onzer uitgebreide zeeweringen en het beramen van groot-
sche ontwerpen in betrekking tot deze eilanden. Daartoe
wilde ik eene bijdrage leveren, blijkens het gezegde op
bl. 6. Alleen warme belangstelling in den bloei van dit
gewest en in de welvaart van mijne medeburgersbewoog
mij tot het schrijven van deze bladenwelke gewis ver
schillend beoordeeld zullen wordenofschoonzoo als ik
vertrouw, mannen der zake kundig, zullen erkennen, dat
de arbeidwelke vooraf moest gaanin geene evenredig
heid staat tot den omvang van het boekske.