24
1475 tie Breevliet waren afgedamd en Zype en Maar*
loo verliepen (62); toen begonnen ook de oostkust van
Zuidbevelanden de zuidkusten van TholenDuive-
land en Schouwen geweldigen aanstoot te lijden (63)
tot dat eindelijk reeds in 1530, niet alleen het Wul
fendal voor Scherpenisseen het Stormzand voor
Wemeldinge bezwekenmaar zelfs de watering be
oosten IJerseke eene prooi der golven werd: ja later
hog, in 1658, ook het Worigezand voor Noordbeve-
land verdween en de stroom die gedaante en strek*
king kreeg welke hij nog bezit (64),
2°. Op de Watervloeden
Naar gelang de wateren in mindere kanalen werden
Zamengedrongenmoest men ook verwachten in deze
meerdere uitwerking van de stormvloeden te zullen
waarnemen. De uitkomst heeft deze verwachting
geenszins gelogenstraft. Niet slechts staat de zee op
onze kusten in 't algemeen hooger dan voor eeuwen
(65)maar wanneer hare wateren door stormen tegen
de oevers en in de stroomen worden opgezweeptdan
stijgen dezelve, bijzonder in ons Zeeland, met elke
eeuw meer en meeren het is alleen aan de meerdere
éénheid in het dijksbestuur en aan de vorderingen
welke men in de water- en zeewerkkunde gemaakt
heefttoe te schrijvendat er ia de laatste jaren
geene verwoestingen zoo als voor dezen aanschouwd
zijn geworden. (66). Met eiken bij uitstek gewigtigen
vloed heeft men ecnen hoogeren stand van water ge-
Vonden,Volgens eene, te Antwerpen gedane, waar
op'*