37
litus diibium, quod te: ra fretumque
vendicat airernis vicibus cum funditur ingens
Oceanus, vel cum rcfugis se flnctibus aufert.
Ja ook aan plinius QHist. Nat. Lib. XVI. cap. i),
zeggen: dubium t.e ter-ra sit an pars maris; terwijl hij er
oumiddelijk bijvoegt hic misera geus tumulos ohtinet altos
aut tribuualia structa manibus ail experimenta altissimi
<cstuscasis ita impositisnavigantibus similes cum inte-
gant aqna circumdataena'ufragis rero cum recesscrint.
Waarschijnlijk heeft dan ook dit verschijnsel wel aanlei
ding gegeven tot het verhaaldat Zeeland eenmaal met
Vlaanderen een vast land is geweest, en cr alleen door
latere vloeden van afgescheiden geworden.
Nogtans was hier eeu' der hoofdveren op Engeland'.
Strabo zegt (Lib. IV. p. 199) dat er vier zoodanige
op het vaste land waren en wel aan de monden van den
Rijn, van de Seine, de Loire en de Garonne, doch laat
er onmiddelijk ter aanwijzing van het eerste op volgen
die echter van de Rijnkanten oversteken Irertrekken niet
van deszelfs monden naar van de kusten der Morinen
in de nabuurschap der biertapiersbij wien bovendien
Ilium is." Eene zeer naauwkéurige heenwijzing op
Zeeland, waar men overal MorMoer en Marelandcn aan
treft en het grondwoord nog bovendien hervindt in Mare,
MaarloMeron Ellemaar VosscmaarZonnemaat enz..
Die Morinen extremi hominum, volgens Vjrgilius,
Aen.VII. 727) woonden in de nabuurschap der Metiapiers
bij wien Itium was, met welken naam wij gewezen
worden op Lombards-Ide in Vlaandereneeftijds eene goe
de zeehaven, doch door en na den vloed van 1115 ver
zand en sedert vervangen en in vergetelheid geraakt door
het nabijgelegen NieuwpoortNeo of novus portus, ook
Nieuw Ide of novus Itius geheeten. Men kan de plaats
an dit hoofdveer, waarvan Cms ar reeds gebruik maak
te qttoil inde brcvissinius crat in Brittanniam traiectus
de Bella Gall. L. IV. c. Ci p. 150), nog met volkomenc
raauvvkeurighcïd bepalen. De mond der Oosterschelde
tusschen JValcheren en Schouwen, draagt nog heden den
naam van Roompot of Romanorum partuswelker aloude
uitgestrektheid bij kennis van het plaat elijke in het oog
valt.