1721. 11 September,
Zuydvyf mylen van onsdog met het vyfde glasr
van de voormiddag-wagtveranderde de wint van het
Noord-Oost na het Znyd-Oost; sulx wy genootsaakt
waren te Wenden, omdat men hoven de hoek van
't land niet konde stevenenen stuurden Oost-Noord
Oost, dfes, middags bevonden wy te weesen op de
Noorder-pol us-boogte van 16 graden 28 minuten en
op de gegiste lenkte van 355 graden 13 minuten»
11. Hadden wy des middags de breete van 16
graden 58 minuten benoorden den Evennagter, en de
lenkte van 354 graden 27 minuten, de gecoppelde
coers was Noord-Oost ten Oosten, de wint tusschen
het Oost-Zuyd Oosten en het Zuydenmarseyls en
bramseyls koelte met travaden en regenbuyen.
12. Bevonden ons met Zuyder Zon op de Noor
der polus-hoogte van 16 graden 53 minuten en op
de lenkte van 355 graden 8 minuten, de wint seer
variabel en stil. Op heden is den Raad der drie Schee
pen vergadert om over de gepleegde moetwil en mis
daad die Martinne van GelderTan Amsterdam
hooploper of jongmatroos hadde begaan te sen tende
ren welke woordelyk dese is.
Raad der drie Schepen, gehouden aan 't boord
van 't Schip den Arendpresent Mr. Jacob
Roggeveen, als President, Capn- Jan 'Koster
voerende het Schip den Arend, Capn Cornelis
Bouman, commanderende het Schip Th l en-
hoven, mitsgaders Roelof Ros end aalr
Cap"-op d'Afric aansche Galet-, Jacob
1721. 12 Septembers
13
van Groene velt, eerste Opperstuurman en
Cornelis van Aelst tweede Opperstuurman
beyde bescheyden op het Schip den Arend
Willem Willemsen Espeling, Opper
stuurman op 't Schip T hijznh oven en Jan
Juriaansen de Roy, Opperstuurman op
d'AF RI C AAN S C HE GALEY
Vrijdag den 12 September 1721.
Alsoo Martinne van Gelder, van Amsterdam
hooploper of jongmatroosbescheyden op het Schip
d EN Arendin dienst der Edele West-Indische
Compagnie jegenwoordig 's Heeren gevangen sig
niet en heeft ontsien op den 24» der voorleden
maand Augustibeschonken synde voor in de bak van
"t Schip te komen, en aldaar vindende een stop, waer
In de Bootsman syn randsoen van smeer bewaerde
heeft hy gevangen alle het smeer op een moet
willige en baldadige wyse op het dek uyt geworpen
en gestorten dus het volk van de Bootsmans bak be-
roofdt van desselfs nut en gebruykhetwelke den
Bootsman aangedient synde heeft hy Bootsman, den ge
vangen met een dagge de bak uyfgejaagt, waarop kort
daarna den gevangen wederom in de bak is gekomen
met een bloot mes in de handvoornemens synde
volgens syne dreygementen en buytenspoorige (taal)
om de kok hetj mes in-'t lyf te stoótendog de kok
het nakende gevaer ontvlugtendeheeft hy gevangen
voorts geroepenwaar is hy nu denoteren.de daarme
de den voorschreven Bootsmanen aanstonts al vloe
kende sig begeven nae >de andere syde van de bak
(al-
VAN