60 1722. 2 January. heeft; om dese reden hekben wy geoordeelt, dat onse pligt was, de uyterste voorsigtigheyd te gebruyken en de ondervinding van andere in consideratie en overleg te nemente meer al soa dese lugtstreek veel nevel en mist onderworpen is met variabile winden, Sulx wy ons gerust en genoegt stelden met de gron den te diepensonder juyst het land in 't gesigt te loopenaengesien het ontdecken des wals ons geen meerder nut konde toebrengenals de kennis van desselfs grondenom onse coursen te rigten tot be vordering van onse reysen nae de Zuyd-Zee, soo dat wy oin die redenen somtyts (naedat de donckerheyd der lugt en sterken wind ons nootsaekte) de coursen Zuydelyker hebben gesteldom aart 't gevaer niet te participeren dat andere door dese onkunde en misley- ding der Zee-Kaerten hebben geloopen. 2. Wierpen met 't begin van de voormiddag-wagt het lootmaer hadden geen grondschoon de lijn van 120 vadem lenkte regt op en neder stonddes middags was de gissing onser Zuyderbreete 53 graden 16 minuten en de lenkte 322 graden 14 minutende gekoppelde cours Zuyd-Westf West10£ mylde wind seer veranderlyk, als Zuyd-West ten Zuyden West, Noord-West, Noord-Noord-Westwederom Noord-West en West; West ten Zuyden, Zuyd-West ten Westen, en ten derdemael West, met bramseyls marsseyls en gereefde marsseyls koelte, goed weder, doch een betooge lugtin de middag ophelderende. 3. Dreven van stilte tot het begin van de eerste wagt 1722. 4 January. g| wagt, als wanneer een klyn lugfje uyt het Noord Oosten kwam, 't geen langsaem wackerde tot een frisse doordringende bramseyls koelte; bevonden ons met Noorder Zon op de breete van 53 graden 45 mi nuten en op de gegiste lenkte van 320 graden 21 minutende cours was Zuyd-West ten Westen schoon wedermet een matige koeltehadden hooge deiningen uyt het Zuyd-Westen; sagen veel groente, gevogelte en een zee-rob. Volgens een morgen-pey- ling van der Zons opkomst was de miswysing van 't compas 23 graden 6 minuten Noord-Oost. 4* Wierpen het loot in het tweede glas van de eerste wagt op 75 vadem graauwe Zandgrond met kleene kalkagtige steenjes vermengt; in de volgende hondewagt was de diepte 70 vadem, maer in de dag- wagt het loot driemael geworpen syndevonden ge^n grondsagen eenige zandsnippen en een meeuw ge- vlackt als een bonte kraay. In 't vervolg verdickte de lugt en wierd heel mistigsoo dat wy op de ver- eyste tyd veele zeynschooten deden, om daar door aen de Africaatsche Galet kennis van onse afstand te geven, die beantwoord wordende desselfs nabyheyt ons te kennen gavendog in de voormiddag wagt helderde de mist open kregen schoon en warm weder, immers in vergelyking van alle de Dag-Re gisters die van dit oord des Werelds mentie maken bevonden ons des middags op de Zuyderbreete van 54 graden 35 minuten en op de gegiste lenkte van 318 graden 16 minuten. De cours was Zuyd-West ten Westen, de wind Noord-Noord-OostNoorden Noord Noord-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 51