86
1722. 20 February.
20. Hadden de breeteuytwysend de Zons hoog.
tevan 35 graden 32 minuten Zuyden de gegiste
lenkte van 302 graden 37 minuten, de cours was
Noorden ten Westen, de wind Zuyden en Zttydeh
ten Oostenslappe en bramseyls koelte met uytne-
mend goed weder. Volgens eene avond-peyling was de
miswysing 9 graden 49 minutenen na bevinding van
de morgenpeyling 7 graden 32 minutenbeyde om
de Noord-Oost.
21. Gisten te syn bes uy den den iEquinoctiael
op de hoogte van 34 graden 20 minuten, en op de
lenkte van 302 graden 37 minuten, de gekoppelde
cours was Noorden 18 mylende wind Zuyden en
Noord-Westslappe bramseyls koelte met bysonder
goed weder: doch juist op den middag belette een
donkere wolk dat wy geen schaduwe op onse graad-
boogen van de Zon konden krygenom des sell's hoogte
te bekomeneene avond en morgen peyling te sa
men toonden ons dat de variatie van 't Compas was
8 graden 52 minuten Noord-Oostering.
22. Hadden de bevonde Zuyder breete van 34 gra
den 22 minuten en de gegiste lenkte van 301 graden
47 minuten, de gekoppelde cours was West Noord,
de wind West-Noord-West, Zuyd-Zuyd-West, West-
Zuyd-West met een labber koeltje en eene heldere
lucht. Desen morgen peylden wy de opkomst der Zon
waerdoor wy bevonden te hebben 6 graden 28 minu
ten Noord-Ooster miswysing.
23. Bevonden ons op de breete van 34 graden
1722. 24 February,
87
ao minuten Zuyd en op de gegiste lenkte van 301 gra
den 28 minutende gekoppelde cours was Zuyd West
ten Westen de wind variabelsynde Noord-West
IVestWest-Zuyd-Westwederom Noord-West, en
West met een slap koeltje, goed weder.
24. Deede de AfricaanscheGaley, on
trent het 2de glas van de voormiddag-wagthet zeyq
van land te sien't welk aen ly vooruyt l^gen
nootsakelyk het Eyland van Juan Ferdinando moeste
syn; peylende hetselve West ten Noorden 9 a 10 my
len van ons. Hadden des middags de Zuyderbreete
van 33 graden 53 minuten volgens onse genomen?
Zons hoogte, en de gegiste lenkte van 300 graden
29 minutende gekoppelde cours was West-Noord*
West West, de wind van het Westen tot het Zuyd-
Oost ten Zuyden met een slappe bramseyls koelte
en eene hooge Zee uyt het Zuyd-Westen. Na Zons
ondergank staken wy onder de wind en lieten 't dry
ven om met het aenbreken van den volgenden dag af
te brassen, en op de rheede te loopen.
25. Stelden wy tegen het opkomen van de Zon
onse cours regt op het Eyland aen seylende v?rvoJ-
gens van de Zuydhoek, langs de Qostsyde, naer de
Noordhoek. Wanneer wy nu ruym de helft van dit
Eyland in desselfs lenkte hadden afgeseylden d^t
de opening van de rheede zich begon te vertoonen,
soo wierden wy in de baey een Schip ten anker ^eg
gende gewaerdat (ons in 't gesigt krygende) een
Canonschoot deed en syn vlag in een schiouw liet
waeyen
22