103
2. Een sterk vcrroesle ijzeren sikkel.
3. Onderscheidene andere kleine metalen voor
werpen door den roest onkenbaar geworden, doclx
sommige gelijkende naar pijlpunten.
4. Eene ijzeren schapenschaar.
C. Dierenbeenderen.
1. Een walvischwerveldie blijkbaar gediend
heeft om er iets op te kappen met bijl of hakmes.
Aan de eene zijde zijn daarenboven sporen aanwe
zig van verbranding.
2. Onderscheidene slagtanden van wilde zwijnen,
hoedanige er meer gevonden worden tussclien Ito-
meinsche en Germaansche overblijfselen.
3. Het os sacrum van een paard en menigvuldi
ge andere paarden- en runderenbeendercn.
4. Een beenen versiersel met ingesneden zich
kruissende strepen, overeenkomende met een soort
gelijk te Termunten in de Provincie Groningen ge
vonden; en met een ander, ofschoon sierlijker be
werkt, gevonden bij Gihiechcnsteinbeschreven door
Prof. Wiggert in de 2V'. Mittli. d. Ihür. u. Sax.
VereinsB. 11. II. 3 4s. 589.
5. Een dozijn tibia's van paarden gevonden in
1833 aan den voet van dezen berg, en wel aan de
oostzijde, onder bel overschot van cenen eiken