148
geheel en onbepaald ter verklaring gebruikt mogen
worden vermits zij weder een later tijdperk gelden.
Wij kunnen dus onze beschouwing beginnen met den
overgang van de Elemenlendim.it tot de Persoons
verbeelding.
Bij bet kiezen en ontwikkelen der symbolen gin
gen de stammen of volken niet denzelfden gang.
Er bestaat ten dezen zelfs een kennelijk onder
scheid tusschen de noordelijke en zuidelijke.
Ik heb vroeger J) opgemerkt dat bij de Japheti-
sclie stammen de wereldwording wel werd toege
schreven aan den wil en de werking van den
Eeuwigen en Ondoorgrondelijkendoch tevens zin
nelijk voorgesteldals gewrocht op gelijke wijze
en door dezelfde krachten, door welke de geslach
ten bij voortduring in stand worden gehouden.
Zij eerbiedigden namelijk twee hoofdkrachten; de
eene bevruchtende, de andere voortbrengende. De
cterste stelden zij voor als mannelijk de laatste als
vrouwelijk. Dit gronddenkbeeld bleef bij alle ont
wikkelingen voortduren. De oudste en meest afge-
trokkene voorstelling was die van het licht en het
water, als het mannelijkevan de aarde, als het
vrouwelijke beginsel. Bij Europa's zuidelijke bewo
ners werden deze Up. ar us en Gea genoemd en bij
verdere uitbreiding der hoofdgedachte werden de
2011 en de maan, kracht en schoonheid, vlugheid
en bevalligheid enz. de tegenstellingen in de mythen.
Maar bij het mannelijk hoofdvermogen bestond
Black. 17 verv.