18
gelijk vredius in den tekst aangctcekcud heeft
zoodat men vaststellen mag, dat dit hoofd toen ter
tijd reeds ontbroken heeft. Ook hij kevslek Ant.
Sept. p. 238 en bij anderen komt die afbeelding,
met het hoofd daaraanvoor.
9.
(PI. IV. 9«, bc.)
Metalen heeldje, gevonden te Nijmegen op den
Hunerberg, en in bezit van den heer p. c. G. GüïOT
aldaar l)it beeldje is hier alleen tot verge
lijking voorgestelden bepaaldelijk tot ophelde
ring van het zoogenoemde hoofddeksel der neiia-
lennia-beelden. Dit zal naar wij vertrouwen tot
verontschuldiging strekken, dat wij daarmede eene
ledige plaats op PI. IV hebben aangevulden dit
zeer zeldzame overblijfsel nevens de Zeeuwsche ge-
denksteenen hekend makenwaartoe de bezitter
gunstig verlof gegeven heeft.
De kleeding komt, met uitzondering van het aegis-
vormige manteltje, met de gewone van neiialennia
overeen gelijk daarmede ook hare houding en vooral
het mandje met vruchten op den schoot bijzon
der strooken. Daar echter het kleine manteltje
ontbreektzou ik het niet bepaaldelijk voor eene
nehalennia maar liever in het algemeen voor eene
dea mater of matrona houden. Het belangrijkste
Een voorloopig berigt daarover zie in den Konst- en Lcttcrlode
1844. n. 9.