39
Geen wonder dan dat in onzen Codex Sancti Eavonis Gan-
densis Ecclesiaede titel der Levensbeschrijving aldus wordt
opgegeven Vita Karoli magni imperatoris ab Einardo ab
late Gandensis cenobiï) capellano suo descripta. Wij moeten
echter opmerken dat de woorden Gandensis cenobii met een
kleinere en zwarte letter, (zijnde het verdere opschrift in rooden
inkt), tusschen de regels zijn ingevoegd. (fol. 81 r.)
Het werk zelf vangt reeds op de vorige bladzijde aan met
den Prologus Vitam et conversationem quam tanti viri
memoriam mild parcendo praeterire. Dus even als in de uit
gaven. Dan volgt de zoo evengemelde titel en de Levens
beschrijving zelf: Gens Merovingorum de qua Franci reges
sibi creare soliti erant etc; en loopt dan geregeld door tot
aan het einde van het 31ste HoofdstukIta decessit sep-
tuagenarins anno Indictionis VII v. Kal. febr. (fol. 96 r.)
De drie laatste hoofdstukken ontbreken dus, denkelijk wijl
de afschrijver die reeds ingelascht had in de Vita Karoli
Magni jussu Fred. Imp. conscripta fol. 38 en volg. (Zie
hiervoren bl. 36).
Er bestaan van dit werk niet alleen zeer vele uitgaven,
maar ook een overgroot aantal Handschriften. Pertz, de
beroemde uitgever der Monnmenta Germaniae Historicaraad
pleegde er voor zijne uitgave van Eginhart (1) ongeveer zes
tig, en daaronder sommige die zelfs tot het Karolingische
tijdvak opklimmen. Onze Codex, die slechts tot de 2de helft
der XITde eeuw reikt, kan dus uit den aard der zaak, voor
de textkritielc niet dan van ondergeschikt belang zijn.
Echter heeft hij eenige Varianten die misschien verdienen
aangestipt te worden. Als zoodanige voeren wij hier aan
Cap. I. Sibi creare. Andere hebben procreare.
n II. Yelut hereditario jure fungeretur. In vele IISS.
ontbreekt het woord jure.
men Baeiir Geschichte der Röm Literatur im Karol. Zeüalter 200214
en Kervyn de Lettenhove Histoire de Flandre T. I, p. 129135.
(1) In de Monum. German. Tom. II, p. 443 seqq.