63
Bij de behandeling- van dezen uitleg, komt het niet onge
past voor, een woord hierbij te voegen, ten aanzien van de
daarin besloten reep lands, buiten de Zuid dampoort, alwaar
thans de Dwarskaai en Kouaansehekaai worden aangetroffen.
Gelijk bekend is, maakte deze reep in het jaar 1566 nog
een eiland uit, hetwelk slechts van ééne zijde, te weten door
middel der Zuiddampoort bezocht kon worden, en werd
destijds uithoofde van deze afgezonderde ligging, eene te
dier plaatse aangewezene schuur of loots aan de gemeente
van de nieuwe leeringe aangewezen, ten einde hare gods
dienst aldaar veilig te kunnen uitoefenen. (1)
Wanneer de daar achter gelegene gracht, die bij de tweede
uitlegging de Stads vest uitmaakte, is gedempt geworden is
onzeker, doch zulks moet al spoedig na het overgaan der
Stad in 1574 hebben plaats gehad, vermits deze reep reeds
geheel' bebouwd voorkomt op de afbeelding van bast in
1594, en de daaraan grenzende Zuiddampoort nevens de
Dambrug, volgens de Stads rekening van 1559, in dat jaar
is afgebroken en ter vervanging van deze, eene geheel nieuwe
poort is opgerigt op de hoogte der Kinderdijk, tegenover
de Pcotterdamschekaai, welke, ten dienste der scheepvaart, van
een uurwerk was voorzien (2) doch later weder schijnt te
zijn afgebroken, althans op de afbeelding van bast, niet
wordt aangetroffen.
Van deze poortwelke op het grondplan door mij is
overgenomen en nabij de tegenwoordige Spijkerbrug geplaatst
was, zijn bij het uitgraven der binnenhavens in 1S17 nog
kenteekens ontdekt in de stads kaai.
Vijfde Uitlegging.
Deze uitlegging is begonnen in 1578 en voleindigd in
1591. Zij bevat al hetgeen aan de Noord en Zuidoostelijke
(1} 's GravezandeHistorische aaneenschakeling, bi. 51.
(2) Stadsrekening van 1590.