132
bondig betoog daarover geleverd door den Zierikzeeschen ge
neesheer J. Basteh j).
Eene andere omstandigheid die de aandacht trektis dat
de felste strijders tegen het klimaat van Zeeland vreemde
lingen zijn geweest, bijzonder militaire geneeskundigen. Zoo
dikwijls de bodem van Zeeland het tooneel is geweest van
den oorlog of van toerustingen daartoe en door vreemde
troepen van allerlei natiën bezet werd is er weinig toe 1100-
dig geweest om ziekten te doen ontstaandie bij eene ge
brekkige verpleging en bij veeltijds ondoelmatige behandeling
eene ongemeene uitbreiding erlangden en, met al wat be
zwaarlijk op andere wijze kon verantwoord wordengeree-
delijk op den invloed van het klimaat werden overgebragt.
Het strategisch belang liet niet altijd toe om acht te geven
op de gevaren die het verblijf van den vreemdeling in som
mige jaargetijden in Zeeland omgeven en die in verband kunnen
staan met alsdan aanwezige tellurische en atmosphcrische ver
houdingen en niet zelden is eene bezetting van den Zeeuw-
schen bodem door vreemde krijgslieden op noodlottige wijze
door ziekten geheel mislukt en moeten opgegeven worden.
In deze eeuw hebben de Engelschen en Franschen eene
duur gekochte ervaring ten dezen opgedaan en het eiland
Walcheren dat in het begin van die eeuw het mikpunt
van hunne cupiditeit heeft uitgemaakt en datals zijnde
het oudste van de Zeeuwsche eilanden kan aangemerkt wor
den als in allen opzigte de geheele provincie te vertegen
woordigen staat bij die mogendheden ten opzigte van zijn
klimaat zoo slecht aangeschreven en voorgesteld, dat de Zeeu
wen kunnen rekenen in die voorstelling een bondgenoot te bezit
ten tegen het gevaar van vernieuwde bezettings-ondernemingen.
Het is niet bekend geworden hoe velen er van de Engel
schen, die den 29 en 30 Juli 1809 met 40000 man van
1Geneeskundige proeve over de lugtin: Verhandelingen van de Ból-
landsche maatschappij van wetenschappen te Haarlem8e. deel, bi. 129.