207
de handelingen van den magistraatzoo al niet regtstreeks
dan toch ingewikkeld maar duidelijk genoegin het open
baar van den predikstoel berispt hebben, hetgeen althans bij
hunne kerkelijke procedure hun bepaaldelijk tot beschuldi
ging diende, en waar aan hun ambtgenoot, ds. Claessen
hoezeer ook overigens met hen instemmendezich niet
schijnt vergrepen te hebben. De heer burgemeester Drie
wegen en de secretaris Joachimi gevoelden zich daarover toch
uitermate gegriefdals vermeenende dat de Lansbergen in
hunne predicatien bepaaldelijk op hen gezinspeeld hadden.
Ware er intusschennu in 1612, sprake geweest van de
keuze van dr. C. A. Zoetwater tot burgemeesterdan zou
diens hardnekkige haat tegen de Lansbergen niet alleen om
hunne tegenwerking in zijne benoemingmaar vooral ook in
verband met de geneeskundige handelingen van den vader,
als yoor de hand liggendoch het was thans bepaaldelijk de
keuze van mr. David van der Nisse [Yernissiits] als bur
gemeester, welke zij trachtten te voorkomen, naardien zij be
weerden dat uit diens vorige benoeming tot die betrekking
in '1607 ,/groote swaricheyt geresen was." Dezen persoon,
die destijds met der daad getoond had, nog innerlijk gehecht
te zijn aan de voorvaderlijke R. K. godsdienstofschoon hij
zich uiterlijk aanstelde als die met de hervormde leer ver
wisseld te hebben, wenscliten de Lansbergen alzoo ongaarne
tot de betrekking van burgemeester herkozen te zien. Uit
Vlaanderen herkomstig en van daar als predikant door de
R. K. verdreven, kan men het hun, en vooral den vader,
wel niet zoo zeer ten kwade duiden dat zij in hunnen werk
kring al hunnen ijver aanwendden om de hervormde ge
meente te Goes te zuiveren van alle overblijfselen der R. K.
religie. En waarlijk, niet slechts ten tijde van hunne dienst,
maar ook nog verscheidene jaren daarna, gaven velen van
de aanzienlijken te Goes allezins blijkendat zij ja wel
openlijk de R. K. kerk verlaten hadden, maar die toch al
tijd nog heimelijk toegedaan blevenwaarvan inzonderheid