99
stad met een alphabeth daartoe specteerende werd liem 33
6 8 betaald, 1739. Eene gelijke som kreeg bij voor bet
vernieuwen en amplieeren van bet kobier van bet brandemmer-
geld, 1743.
De tweede griffier Joh. Anth. Eadaeus ontving 25 als
een extra-douceur voor bet maken van een register der stads-
cijnsenW. E. 18 April 1744, rekening 1743.
De griffier Prederik van Citters kreeg 16 13 4
voor bet vernieuwen van bet register der buisscbattingW.
E. 24 September 1757, rekening 1759.
Lode wijk "Willemsen, eerste klerk ter griffie, kreeg 25
voor eene toelage gedurende een jaar voor bet inschrijven der
stads-notulen1775. Eene gelijke som werd betaald aan den
griffier der secretarie //voor bet aanvullen van eenige jaaren
van *t register op de notulen ten Bade"W. E. 12 September
1778, rekening 1778.
De griffier ter thesaurie 0. J. van den Helm Boddaert
ontving 33:6:8 voor vernieuwing van bet groot leg-
gerboekW. E. 29 November 1783, rekening 1783.
P. J. Düyvenee kreeg 8 16 8 voor bet maken van
een nieuw cijnsboek, 1786.
Aan den tweeden griffier ter thesaurie J. Exrik Jr. werd
16 13 4 betaald voor bet vernieuwen van bet huis-
schattingsboek1783.
De griffier ter secretarie Z. van de Yelde kreeg t 16
13 4 //voor het aanvullen van bet register op de Eaaden
Notulen": resolutie 30 April 1803, rekening 1804.
Aan den beer J. H. Schorer werd 3 7 betaald,
als teruggaaf van verschot voor bet aankoopen van //de ge
schreven registers op de notulen van deu Eaad dezer stad per
publieke vendue in Juli 1805": rekening 1806 (Aant. 7).
Aan den vendumeester Pieter Lucas Grymalla werd
£10 6 10 betaald voor //twee mauuscbripten per vendue
op de balans voor de stadt gekogf", 1756 (Aant. 8).
Aan P. J. Macaré, als lasthebbende van Johan Louis