145
tempelbouw werd voltooid, een Ahasveros en een Arthahsasta
wordeu genoemd. Scaliger, die terecht die beide namen aan
Xerxes en Artaxerxes gelijk stelde, nam daarom aan, dat de
tweede tempel onder de regeering van Dareios Nothos was
gesticht. Hij maakte dan ook Ezra en Nehemia tot tijdge-
nooten van Artaxerxes Mnemon. Onder den koning Darjaves
die in het boek Ezra nog vóór Ahasveros en Arthahsasta
genoemd wordt (Ezra IV 5), verstond hij Dareios Hystaspes'
zoon, den voorganger van Xerxes, terwijl dan de Darjaves,
die na Arthahsasta vermeld wordt, nl. in het laatste vers van
het vierde hoofdstuk en in de hoofdstukken Y en VIDareios
II Nothos was.
Later, in het in 1627 verschenen werk: De doctrina bem-
porum, is Petavius tegen het stelsel van Scaligeii in verzet
gekomenvooral met een beroep op de ongeveer zeventig
jaren, die volgens Zacharia (I 7 en 12, YII 1 en 5) in
het begin der regeering van Darjaves sinds de wegvoering
waren verloopen, en ook op den patriarchalen leeftijd, die
volgens Scaliger aan Zerubbabel en Jesua, die reeds ten
tijde van Cores of Kyros aan het hoofd der teruggekeerde
ballingen stonden (Ezra i.III) en in het 23 jaar van Dareios
Nothos dus ver over de 100 jaren oud zouden zijn geweest,
moest worden toegekend. Petavitjs verstond dus onder Dar
javes, onder wier de tempel werd herbouwd, Dareios Hys-
taspes' zoon en identificeerde Ahasveros en Arthahsasta met
Kambyses en Pseudo-Smerdis.
Intusschen in 1625 was het werk van Petavius nog niet
verschenen, en toch had Lansbergen in zijn bovenaangehaald
werk voor den tijd tusschen het edict van Cores en het
tweede jaar van Darjaves, waarin de tempelbouw begonnen
werd, op grond van den canon van Ptolomaeus 17 jaren ge
steld en dus den tempelbouw onder Dareios Hystaspes' zoon
geplaatst, zonder dat nader toe te lichten. Het laat zich der
halve begrijpen, dat ds. van Laren inlichtingen vroeg om
trent dit verschil van inzicht tusschen Lansbergen en den