119
Christiaan de timmerman ontving 4.voor het afbreken
van een muurzonder opgave van berbouwing
Toen men in 1650 voor de tweede oprichting der lllustre
school een auditorium zocht, koos men een deel der Koorkerk
met den ouden ingang op het Muntplein tot entree. De
schrijnwerker maakte, daar //een nieuwen stoel, bochten, ban
ken en anders-" 2). Bij dat //anders'1 zal wel gerekend moeten
worden een nieuwe muur, tusschen het auditorium en de
Koorkerk, op een ander gedeelte, dan'waar de afgebrokene
eenmaal stond. 3)
Doch keeren wij terug tot 22 Augustus 1566. Om bezijden
de kerk door de sacristie in het hooge koor te komenmoest
Aüriaen Claesz in den kruisgang gaan, en dan tusschen de
kapel van den bisschop 4) en de jongere sacristie
van de St.-Nicolaaskerk door, om door de oude sacristie het
hooge koor te bereiken.
Deze kapel van den bisschop werd later in een stal ver
anderd, doch was voor 1562 de Kapittelzaal 5), die in
1290, voor de verkiezing der abten, te klein bleek, maar
toch niet te klein gebouwd zal zijnen derhalve voor dien
tijd grooter geweest moet zijn, doch daarna ingekort. Beschouwt
men nu de Groote Kaart der Abdij en daarop den muurloop
en dikte, dan vormen die sacristie, die doorgang en die kapel
één geheel. Dit ziet men ook daaraan, dat aan de oostzijde
de muur, in eene rechte lijn, doorloopt tot tegen den drummer
van de kerk, maar met dezen niet rechtlijnig vereenigd is.
Ware de sacristie zelfstandig gebouwd, dan had men stellig
den drummer zeiven gebruikt, en als muur hem rechtlijnig
verlengd. Naar het mij voorkomt waren sacristie, doorgang
Kesteloo Vbi 80.
5) Zei. Illustr. I, 1)1. 384 eu Kesteloo VII, bi. 47.
3) Tegenw. Staal XIXbi. 193.
Zei. Illustr. I, bl. 270.
8Arch. O. L. Vr. A. Reg. 948, 1244, 1380 en 1114. (A« 1485, 1516
1541 en 1499).