206
kercke" was aan de Ilandboogschutterij verhuurd met
een boschje 2) en eene muur 3), die dienen konden voor
veiligheid bij 't schieten.
Het deel oost van de St. Jansstraat had in }t noorden de
brouwerij 4), op den grond nu ingenomen door de Yisch-
markt en de twee blokjes zuid daaraan 5). Hierop volgde in
het midden het kerkhof en de kerk van St. Jan. Deze stond
op de huidige Turf kade, want //de Handboog" was achter
de kerk, en bij de afbraak werd ze gelijk gemaakt //met den
dijk" 6), wat niet doelen kan op de havendiepte. In het
zuiden had dit deel de kerkerve 7), want zoo alleen kon de
lange nieuwe watergang, de voorlooper der binnenhaven, te
vinden zijn /-bachten de heren van Sinte Jans" 8). Zij
wordt van het kerkhof onderscheiden; een erf voor het Com
mandeurshuis wordt niet genoemd. Deswege zie ik die
kerkerve er voor aan.
Het jongste deel vindt men west van de St.-Janstraat.
In het noorden, langs de straat, had men de bleekerij, groot
een gemet 9), gelegen tusschen den ouderen waterloop en
den vijver van de brouwerij, in 1576 nog als //de bleekerye"
bekend 10). West en zuid daaraan waren de boomgaarden
ten westen van de kerk 11). Een restant daarvan moest
in 154/3 langs de Nieuwe haven betimmerd worden 12). Ook
Kesteloo iv, blz. 95 A° 1556 en O. Arch. 31. n°. 1832 A° 1543.
2) Kesteloo IV, blz. 95.
3) O. Arch. 31. u°. 1037 An 1515 en Zuid. Deel blz. 62; zie ook voor
den Voetboog: Kesteloo I, blz. 72 (242) A° 1404/5.
O. Arch. 31. n°. 2268 A° 1561 en n°. 2468 A 1567.
5) Kesteloo IV, blz. 83 A° 1564. 6) O. Arch. 31. u°. 1864 (A° 1544?).
O. Arch. 31. n°. 1800 A° 1542/1.
•s) Zie bladz. 31 op letter c. c. en Kesteloo I, blz. 14 (184).
9) Vergelijk O. Arch. 31. n°. 1S31 A° 1543 met u°. 1800 A° 1541/2, waar
de boomgaard voor 24 pond per geniet verkocht wordt.
10) Cohier van den 100*^» penning A° 1576 f. 25 T0.
O. Arch. 31. n° 1S00 A° 1541/2, u°. 1831 A° 1543, n° 1801, A°
1541/2, n°. 1832 A° 1543 en Kesteloo IV, blz. 37 A° 1592?).
,2) O. Arch. 31. n°. 1831 A" 1543, Kesteloo IV, blz. 83 A° 1553, blz.
37 A° 1571, 1592 en ook 'i Colder van 1576 f. 39, waar 't St.-Jansbuysken
vermeld wordt.