IX
In meeat al deze vergaderingen werd over de ingekomen
boekwerken verslag uitgebracht door den heer Dr. J. Gr. Yogler.
De aanwinsten van enkele verzamelingen werden door de con
servatoren toegelicht.
Omtrent het personeel der conservatoren valt het
volgende te vermelden.
De in het vorige verslag vermelde vacature van conservator
der collectie ethnographica werd vervuld door de benoeming
van den heer L. A. E. van der Ley.
Wegens het klimmen zijner jaren zag de onvermoeide Nestor
van ons genootschap, Dr. J. O. de Man, zich genoopt zijn
ontslag te vragen van het mede-conservatorschap vande
geschiedkundige voorwerpen en zeldzaamheden, de fossilia eu
de ouderwetsche kamer. Bij de inzending van zijn schrijven
had Dr de Man tevens overgelegd de bijgewerkte catalogi van
de tot dusver aan zijne zorg toevertrouwde verzamelingen.
Dit ontslag werd hora op de meest eervolle wijze verleend
onder dankbetuiging voor de vele eu gewichtige diensten,
door hem als zoodanig bewezen.
In deze vacatures en in die, ontstaan door het overlijden
van den conservator van het kabinet schilderijen, werd voor
zien door de benoeming van den heer Mr. B. E. W. von
Bracken Eock tot mede-conservator van de geschiedkundige
voorwerpen en zeldzaamheden en de ouderwetsche kamer, en
van die van den heer Mr. W. Polman Kruseman tot conser
vator van de (nieuw opgerichte) afdeeling porselein en aarde
werk (ceramiek) en van de schilderijen, platen en portretten,
terwijl bepaald werd, dat de lieer J. A. Erederiks voortaan
het conservatorschap over de fossilia alleen zoude voeren.
Eindelijk werd in de reeds vroeger bestaande vacature van con
servator der mineralia en voorwerpen van geologisch en aard
voorzien door de benoeming van den heer Dr. ït. van der Laan.
I.)e nieuwe toestand is derhalve
Bibliotheek de heer Broek erna.