108
menigte fheilzoekenden"1 uit de omliggende dorpen, alsmede
uit Middelburg kwamen om den vurigen prediker te hooren. l)
Budding was nauwgezet in alles. Streng voor zichzelven
en zoo noodig ook voor anderen. En in zijn ambt ging hij
op. 2) Steeds was hij de dominee. Nooit sprak hij over
'/wereldsche dingen"" en altoos gaf hij ernstige woorden van raad
en bestuur voor "t leven des geloofs.
Een zijner ouderlingen herinnerde zich Ds. Budding slechts
eenmaal bij zich aan huis gehad te hebben, dat deze een
niet-godsdienstig gesprek had gehouden. Bij die gelegenheid
vertelde de dominee, hoe hij in den Belgischen veldtocht a)
De vrienden bleven zeer aan Budding gehecht en hij aan hen. Vooral
ook de familie Noels. Deze ontving uit Bêkerke 23 December 1834 een har-
telijken troostbrief over 't onverwacht afsterven der oude moeder. Ongesteld had
hij mondeling van „Deuntje"daarop uit een brief van Noels de „ontzetting
verwekkende gebeurtenis" vernomen en bestelt de hartelijke groeten aan Baas
Willem, moeder Jane en mijuheerDE Winter. Toen Budding zijn 25-stenjaar
dag vierde 19* Januari 1835 schreven Noels en vrouw eenen „hartelijke
zegenwensch" in rijm aan hunnen „veel Geliefden en Hooggeachten Vriend
den WelEw. Zgl. Heer H. J. Budding Gereformeerd predikant te Bêkerke3'waarin
o. a. het volgende
Ja vijf en twintig jaar is 't heden
Dat God U op deez3 aarde bragt
Eu weinig dagen is 't geleden
Dat God riep op Sions wagt.
Wat samenloop van wondre dingen
Wat diep geheim hier ook in ligt
3t. Kortzigtig oog zal 3t nooit doordringen
Dan op Gods tijd En bij Gods ligt.
Ja neem het aan als van degenen
Die d3eersten uwer kennis zijn
En die het ook van harte meeuen
Dat onze vriendschap n o o'i t verdwijn!
2) Hij ontzag moeite noch zorgom boerenjongeusdie liever 's Zoudags
in de „bakkeet" zaten te vrijendan ter kerk te gaanop te zoeken en te ver
manen op gevaar af minder heusch en vriendelijk bejegend te worden wat
eene enkele maal moet gebeurd zijn.
3) Budding had ook behoord tot het corps „vrijwillige jagers'3, dat 11 No-