141
Het //joncwijf' kreeg voor een jaar huur 31 fi, een knaap,
die gediend had van October tot Mei, £3:8:4, een ander van
21 Maart tot 21 September 2:6:8. Rekening 1555/56.
Voor een half jaar huur van een man en'eene vrouw 3 10,
voor een half jaar huur van een onderknaap 2: 7:6;
Lijsken, het jonkwijf, voor een half jaar dienst van Mei tot
November 10 schellingen en van November tot Mei 20 schel
lingen; Nele, het jonkwijf, van Augustus tot Rebruari 10
schellingen. Rekening 1557/58.
De vader van de leprozen kreeg 3 schellingen in de week
voor alimentatie, zijne vrouw twee schellingen en een leproos
20 grooten. Rekening 1580/81. Volgens de rekening van
1595 hadden de vader en de moeder ieder vier schellingen
in de week, ook volgens die van 1600. Volgens die van
1604 was er alleen eene moeder, maar blijkens die van 1606
waren er weder een vader en een moeder.
In 1611 was er ook een schoolmeester, Hubreciit Hu-
gaertsin dienst, die eene jaarwedde van 5:10 genoot,
behalve 3 [i 9 gr voor aankoop van boeken. In de rekening
van 1623 wordt daarvan geene melding meer gemaakt.
In 1581 was er slechts een leproos, in 1609, 1610 en
1612 waren er 12, het hoogste cijfer.
Volgens de rekening van 1573/7'5 werden er 4 leprozen
verpleegd tot 3 Januari 1574 en gingen deze toen naarVere,
evenals de knaap van het huis en zijne vrouw, die als jonk
wijf dienst deed. Dit vertrek zal wel het gevolg zijn geweest
van het beleg der stad; want het huis in den boomgaard was
verbrand //deur de voorleden troubele"".
Meer dan twaalf konden er niet geplaatst worden; uit dien
De heer J. W. Pukkels te Verc deelde mij mede, dat hij noch in het
archief der stad, noch in dat van het Gasthuis iets omtrent deze verpleging
vond aangeteekend. Wel werd er -voor verpleging van personen uit Vcre aan
de moeder van het Gasthuis betaaldwaarom hij verondersteltdat daaronder
de kosten van de verpleging der Middelburgschc leprozen zullen begrepen ge
weest zijn.