1560/1. Er werd jaarlijks vlas aangekoekt en dit door de
zieken gesponnen voor het //gesont kuys", tegen 4 grooten
het pond garen. Er werd 61 el linnen laken geweven tegen
2 grooten de el Dit linnen werd in ket kuis gebruikt.
Er werden 22 oxkoofden draf gekoekt voor de 5 paarden
tegen 12 grooten ket oxkoofd en voor veevoeder twee last
natte rogge tegen 15 sckellingen 6 grooten ket last. Deze
rogge was afkomstig uit een sckip, dat voor Aruemuiden ge
bleven was.
1561/2 Er was een spinnewiel aangekoekt voor 16 grooten.
Burgemeesters en sckepenen kadden iemand voor een aalmoes
8 grooten in de week toegestaan uit der leprozen goederen.
Deze aalmoes wordt kier voor 30 weken verantwoord. B. S.
verklaarden deze uiet //vaerder te treeken in consequentie"
Voor ket meesteren van een paard, dat een nagel in zijn
voet getrapt kad, werd 10 sckellingen betaald.
Yoor gootsteenen om de //pissine" in den paardenstal te
makenwerd 17 sckellingen 4 grooten betaald.
Aan Mr. Michikl werd 2 schellingen 10 grooten betaald
voor een leproos te cureeren //over een groote smarte aan zijn
beenen".
Een stroodekker kad een dagloon van 14 grooten.
1562/3. De '/vereke-vuerder" van Westsouburg kreeg 20
grooten voor ket '/vueyren" van drie jonge varkens.
Er werd 23 zakken tarwe verbakken.
Hendrik' Tsijs was pater van de Cellebroers.
1563/4 Er wordt iemand vermeid als Cornelis Jansen
alias //Sint Jans Wijsheyt".
Aan Cornelis Willemse, //een oudt man geaelimenteert en
onderkouden binnen den godthuyse van den leprosen voor een
provenier, en dat by zeecker weeckgelt te weeten 16 grooten
de weecke ende voort berningkesoudtende smoudt, was-
schen ende wryngken ende voort als dat kern van noode is".
Aan een ander man werd als aalmoes 8 grooten in de week
gegeven zonder te trekken in consequentie.