150
TI. Ylissingen yan 1489 tot 1593.
Bij de omwalling had de stad reeds den omvang en de ge
stalte, zooals men die op het Kaartje van Yan Deventer
geteekend ziet l). Op een kleine uitzondering na behield zij
dien tot het jaar 1580. Toch laat zich ook dit tijdperk ver-
deelen en wel in drie tijdvakken.
Eerste tijdvak: van 1489 tot 1550.
In deze periode vindt men het stedehuis nog aan de noord
zijde van de Breestraat n°s 15 en 18 heden de woning
van den heer De Jager en de herberg er naast 2).
Tot nu toe was, naar het Privilegie van 1315, art. 7,
de regeering zamengesteld uit een baljuw, negen schepenen
en twee raadsmannendie burgemeesters zullen wezen om >/der
poirt oirbair te doen met der poort goede 3)gekozen door
en (staande) onder eede van den graaf, of wie deze met open
brieven daartoe machtigen wilde".
Leest men in art. 2 van //onse bailliuscepene ende raet",
dan zijn onder »raet" niet de raden van lateren tijd te ver
staan, maar de boven zoogenoemde burgemeesters, die in dien
tijd zooveel als rentmeesters, kwartiermeesters en later ge
meenteontvangers waren. Daarom werden zij toen in de derde
plaats genoemd.
Doch krachtens evolutie ontgroeiden deze raden of burge
meesters door meerdere ontwikkeling en ervaring misschien
weldra aan hun minderwaardigheid en werd de volgorde nu
baljuw, burgemeesters en schepenen.
Iiiv. O. arch. Vlissingenblz. 152, n°. 77.
2) Hiervoor, blz. 94.
3) Naar den Inv. O. arch. Middelburgn°. 8, d.d. 27 October 1289gebiedt
Floris Vdat de poorters van Middelburg zullen houden alleswat
„scepenen ende raetsmannen overeendraghen omme der port nutscap". In het
volgend jaar komen deze laatsten als burgemeesters aan het hoofd van het stads
bestuur voor, ofschoon zij in n°. 28 nog eens na de schepenen genoemd worden.
Zie Arch. Z. G. d. W. Vlli4e stukblz. 194.