71 dewijl wy daerom alleenlijk gekomen warenontmoete daer een paap, van geboorte een Uytersman die zijn moedertaal by na vergeten hadt, sijnde een man van diep in de seventigb jaarenhebbende daer een groote reekx van jaaren geweest sijnde een frater onder de St. Friscaanen ordre, welke ons be loofde dat hy 't opperhooft sonde soeken te bewegen om ons verversing te geven. Sonde de boot na 't eylant om watertgeen ons ook geweygert wiert en gave ons ten antwoort, dat wy een ordre vant opperhooft moeste hebben. Snagts goed weer. 18 November. Dinsdagh smorgens goet weer, gingen met den dagh nyt vissen, qnamen met overvloet van alderbande vissen aan boort. Cregen een Portugeese sergent aan boortdie ons bekent maekte dat wy maer water vant eyland konde laten haleDdat bet de order was van den commandant om sulkx toe te laten, alsmede dat wy verversing voor contant geld konde krygen maer niet voor goederendat sulkx op poene van de dood door de koning aan alle opperhoofden verboden was, uyt reden, als dat de Franze op dese custe //incognito" groote negotie hebben gedaenwaerom nuw de koning sulke stricte ordre had uytgegeven en hadde verscheyde opperhoofden, die sulkx by oogluykinge toegelaten haddedoen ophangen. Nu dewijl wy geen contanten en haddensoo quamen soo verre overeen dat sy ons verversinge voor geweer soude verleenenmaer wat het ergste wasdat was dat wy daer niet langer leggen mogten dan drie etmaelschoon wy sulkx niet dogte te observeren want de plaetse was seer gering sonder vastigheyt 2)soodat we van haer geen gewelt te vreesen hadden. De sergeant gaf ook voor, dat sy vier maenden bevorens seer jammerlijk van de Franse geplundert waren en dat se daerom soo bangh voor onse schepen sijnde, dagte, toen se ons aan zagen (komen) sekerlijk zeeroovers te zijn. Hadden deswegens alle hare goe deren. int bosch gebragt tot de suykerkeetels ineluysdie se Utrechtenaar. 2) Vestingwerken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 121