127
17 Maart.
Winden.
Vertrek van Juan Fernando. Z Z.O.
Z.O.t.Z.
Dinsdagh smorgens regen met een kleyn landwintje. Sette
stengen en raas op, haalden onse ankers t(h)uys en gingen om
trent tien nuren onderzeyl. Godt (hoop ik) sal ons verder ge-
nadigh en onse leysman zijn. Hadden savons ten 6 uuren de
noord westhoek van Guan Fernando Z.O.t O. 9 mylen. Snagts
aangenaam weer met gematighde marszeyls coelte.
Beschryvingh van 'teyland Guan Fernando en
wat er te bekomen is.
De beste reede van dit eyland is in de middelste bay op
40 of 45 vaam wateraan de oostkant van de bay 't best
water en branthout is hier genoegh te bekomenbevde zeer
goet, dogh 't laatstgenoemde valt wat moeyelijk te kappen en
aan strant te brengen. Vis en ook creeft is er in overvloet
te bekomen, want we gingen ordinaar smorgens met de eha-
loep maar een uur of dry onder de clippen leggendan hadden
we met 5 of 6 hoekjes sooveel vis gevangen van alderkande
soorte, daar we het geheele schipsvolk redelijk mede conde
spysigen. .Rogers spreekt van de boeken die hier zijn, die
we ook genoegh gesien hadden, maar we hebben noyt soo na
kunnen komeu dat we ze onder schot hadden De rapen, nogh
watercers, vonden wy niet, schoon denselven Rogers daar
lustigh van opsnijt, nevens het (h)eylsaam kruyt, dat wel na
moederkruyt gelijkt, vonden wy niet, daar sijn sieken (sich) soo
seer van vergaste, 't Is waar, dat dit eyland vrugtbaar soude zijn,
Kapitein Woodes Rogers, die William Dampier's tweede reis om de
wereld (17081711) beschreef (Ned. vert. uitg. Amst. 1715, blz. 106 vlg.) bracht
in 1709 Alexander Selkirk, een Schot, naar zijn vaderland terug. De lotge
vallen van Selkirk, die vrijwillig op Juan Fernandez was achtergebleven en
daar van 17041709 eenzaam doorbracht, gaven aanleiding tot Daniel de Foe's
Robison Crusoë (eerste Engelsche uitgave, Londen 1719). Deze beschrijving is om
die reden belangwekkend.