165 Sooals capitein Coster maar even van boort was gegaan quamen mijn onderofficieren my versoekenuyt de name van al het volkof ik haar verzekeringh van gagie konde gevensoo wy mede eens een ongeluk cregen op 't een of op 't ander eylant in dese onbekende zee en dat we gisteren daar gevaar genoegh van geleden hadden om boven op ons soogenaamt eylant den Dageraat [te stranden] en soo ik sulkx niet doen en conde, dat sy dan niet langer ontrent dese gevaarlijke eylanden en gewesten wilde eruysenen dewijl sulkx buyten mijn magt was, soo addresseerde ik baar aan de heer Rogge veen, dat se hem hunne pretentie konde voorstellen, waarop sy my terstont om de sloep vroegen, die ik haar verleende en na den commandeur liet varenquamen haastelijk weder hebbende van den commandeur daar toesegginge van gekregen tot Amsterdam toe, 't sy soowel by verloren als behouden reys, en soude sulkx aan haar in 't geschrift verleenen. Snagts een kleyn lughtieneffen water met seer aangenaam weerde generale coers en verheyt tot middagh Z.Z.W. 2 mylen. 27 Mei. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering Z.t.W. 10. 15° 30' 217° 8' 15° 26' O.N.O. Ontdeckten wederom lant; noemden het den Avontstont. N.O.t.O. N.O. O.N.O. Woensdagh stilletjens met effen water, ontdekte savons ten 5 uuren lant in 't Z.Z.W. 4 mylen van ons, zijnde seer laagh in alles, gelijk als het Schadelijke en den Dageraat. Lagen snagts met kleyn zeyl zuydwaars over. 28 Mei. Coers. Verheit. Gegiste Z. B. Lengte. Verbeterde Z. B. Miswijzing. Winden. Noordoostering W. 6. 15° 26' 216° 43' 15° 21' O.N.O. Ontdeckten wederom een laagh eylant, 't geen we Meersorgh O.t.N. noemden. O.N.O. O.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 215