170 half twee quam mijn onderstuurmanals toen de wagt heb bende, my waarschouwen, dat we den commandeur niet meer conde zien en dewijl ik mijn schooverzeyl omtrent de midder- nagt had laten bergen soo moest ons den commandeur genadert zijn en te contrarie buyten ons gesigt zijnde, soo moest mijn stuurman geen agt op den commandeur gegeven hebbenwant ik stelde vast, dat hy gewent was. Wende daarom mede om de noordoost en sette het voormarszeyl by, hebbende met den dagh den commandeur een groot stnk vooruyt in 't N.O.t O. van ons, waaruyt blijkt, dat den commandeur ten 12 uuren om de noordoost gewent heeft. Cregen ten 9 nuren 't eyland het Onwetent Gevaar wederom in 't gesigt, hebbende 'toost noordoost van ons. Smiddags de noordhoeknoordoost en de zuydhoek Z.O. 2-J mijl. Sonden onse sloep nevens die van den Arent namiddags na de wal, welke de ontmoetinge hadde van 20 of 25 inwoonders, alle gewapend op 't strant met assegaven te vinden. De onse, willende hunne ordre volvoeren in 't on dersoek van 't eylant, deden om de inwoonders te doen wyken drie h vier schoten over haar heenwaarop sy alle in der eyl boswaart in vlughte en vertoonde haar daarna met haare wa penen op 't gebergte. De onse namen onderwylen de visite van de strant en naaste gewassenvindende niet anders dat ons konde dienen, dan eenige kleene groene bladeren, hebbende de smaak van radijs of rammelassen. Quamen alsoo met den donker aau boort, sonder iets meer verrigt te hebben. De inwoonders waren van dieselfde gestalte en couleur, als die op de rivier x) of evlanden, daar we den hoeker op verloren hadden. Dit eyland is met steenagtige vlakke bergenvol geboomte met een kleene witte kraalstrant, beset met rotsen sonder ankergront Snagts styve gereefde marszeylscoelte. Hiel den het met kleyn zeyl af en aan. 3 Juni Middags de N. hoek N.O. 1 mijl, de Z. hoek O.Z.O. l'/u mijl. Coers en Oever strand.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 220