171 verheyt Oost 2 mijlen, 15° 50'; 214° 28', 15° 49'. Winden. Z.O. Z.O.t.O. Z.O. Landen. De lanttogt valt slegt uyt; loopen veel gevaar voor haar leven. De expeditie verclaart gaan na huys. Woeusdagh smorgens of snagts gereefde marszeyls coelte en daarmede af en aan gehouden. Sonden onse sloepen ten 7 uuren wederom bemant en gewapent na het eyland om te sienof er water of eenige verversingen voor ons siek volk moghte wesen, welke van dagh tot dagh tot ons leetwezen seer vermeerderde. We waren seer digt onder de wal. Sagen ons volk sonder eenige verhinderinge landen. He iuwoonders stonden op strant en schenen de onse te verwelkommen als vrienden, brengende eenige cokernoten, die sy de onse vereerde, waardoor de onse in stuk van vergeldinge eenige reesteu co- ralen en cammen aan hun gaven. Zy vertoonde ook aan de onse haar doghters of jonge vrouwen, die seeT nieuwsgierigh de blankste en welgemaakste van ons volk overal op 't naakte lyf betaste en bevoelde. Een van de onse liet zijn broek sakken en toonde, van wat voor secte dat hy was, waarop sy haar kleetjens los maakte en toonde mede, hoe dat sy geschapen waren, zijnde deselve tenger en fray van gestalte. De mannen altegare sterke en welgemaakte carelsin alles gelijk aan die van Paaslant. De vrouwen traghte om met ons volk door een nauw pad in 't bos na 't gebergte te gaandaar haar woninge scheen te zijn, maar de onse vonden 't oirbaarder om eerst bladeren of groente te plukken, gelijk zy dan deden. De iuwoonders gingen onderwylen door 't voornoemde pad, dewijl der geen andere passasie was om op het gebergte te komen als desenaar haar woninghwant dese cant van 't eyland was zoo stijl, behalve de kleene coraalstrant als een muursoodat er sonder "t voornoemde pad onmogelijk was om boven op 't gebergte te komen. De onse haar groente geplukt hebbende, gingen gesamentlijk met haar geweer in 't voornoemde pad, 't welk niet breeder was als dat se maar een voor een agter malkanderen opmarcheren conden. Zijnde nauwelijkx 30 of 35 schreden daar in gegaan of sy sagen 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 221