7 laten bestaan en alleen bij de vernieuwing er van er verschil lende ampliaties aan heeft toegevoegd. In elk geval geeft het bovenstaande een eigenaardigen kijk op de wijze, waarop toen maals internationale overeenkomsten tot stand kwamen. Bij de achterstaande uitgave van het contract van 12 April is, zooals reeds boven is gezegd, bij elk artikel verwezen naar het overeenkomstige van het contract van 1697 en is er op merkzaam op gemaakt, zoo het artikel in de Engelsche redactie van het contract van 1675 een ander volgnummer heeft. Bij de Secrete artikelen en die der Ampliatie is verwezen naar de artikelen van het contract zelf zoowel volgens den Nederland- schen als den Engelschen tekst. Ook is zoo noodig van de Secrete artikelen naar die der Ampliatie verwezen en omgekeerd. I. Stapelcontract. 1. 1697 art. 1. 2. Dat daar mag een vaste correspondentie ende overeen- cominge zijn tusschen de Koninglyke koopsteden van het ko ninkrijk van Schotland en de agtbare magistraat der stad Campvere met approbatie van den Heere Prince van Orangiën tot de vaststellinge van de Schotsche stapelcourt in de voors- zeide stad Campvere voor den tijt van eenentwintigh jaren naer dato deses vastende daarnaer sooveel langer als men te samen accorderen sal, om aldaar te genieten enz., gelijk 1697 art. 2 verder luidt. 3. De aanhef van dat artikel is gelijk aan dien van 1697 art. 3. Na de woorden //werden ingebracht" {Archief 1905, blz. 122, r. 15 v. b.) gaat het artikel aldus voort: sonder te betalen toll ofte costume, als hiernaer genoemt werdinkomende convoy-, licent- en veylgeld op eenige van de Schotsche schepen olfte eenigerbanden ander vaertuyg, haar toebehoorendeen van alle diergelyke belastingen int toeko mende ende dat alle inwoonders, aenhorende offte eeniger wyse dependerende van de stapelcourtmogen vry zijn te gebruyken en te genieten alle de privilegiën ende vrydommen, welke de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 57