9 Oliphant", en dat de laatste zinsnede: «Ende indien" enz. (A.. w., blz. 129 r. 41 v. o.) ontbreekt. 9. Dat de kooplieden van de Schotsehe natie hier ter stede komendein hare handelinge wel mogen gedient worden van dragers, arbeyders ende werkluydenalsmede met kelderspack - huysen en solders tot redelyken pryse tot haren koste. Ende byaldien eeniger borger offte ander iuwoonder de voorszeide koopluyden affvorderen onbehoorlyke loon soo sal de magistraet deser stede tselve moderereneude de arbeyders en werkluyden loon sal betaelt werden volgens de prysendie geaccordeert sullen werden by de Conservator ende magistraet deser stede, waervan een lijste tot dien eynde gemaekt ende gepubüceert sal wordente weten van de sledenwagen en arbeyders als mede van de schuyten tusschen dese stad en Middelburgh welke de arbeyders en werkluyden gehouden sullen wesen on verbrekelijk te observeren ende naer te komen volgens den inhoud van dien. En alle de geloste koopmanschappen euz., gelijk 1697 art. 9 verder luidt. 10 x) Sal tot beter accommodatie van die van de Schotse natie ende dese stad deselve versien werden van het huystot een conchergerye voor desen gedient hebben (de), tot kosten van de stad, vry van huyshuyr ende reparatie, dan alleen tot laste van de conchergie hetgene binnenshuys door moetwillig- heyt off onvoorsigtigheyt gebroken soude mogen worden. Ende sullen de heeren van de magistraet gehouden wesen dese huy- singe te vergrooten off accommoderenopdat deselve capabel ende groot genoeg sy Indien nodig bevonden wierde een twede conchergie op de regten ten laste van die van de natie, sal de selve genieten alle deselve vrydommeu als de eerste conchergie. 11. 1697 art. 11 12. 1697 art. 12, behalve dat in plaats van het woord «magistraet" (A.. w., blz. 132, r. 9 v. o.) gelezen wordt: //burgermeester". Vgl. 1697 art. 10.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 59