JAARVERSLAG OVER 1910(11, IN DE ALGEMEENE VERGADERING VAN 5 APRIL 1911 UITGEBRACHT DOOR DEN SECRETARIS VAN HET GENOOTSCHAP, Mr. W. POLMAN KRUSEMAN. Geachte Toehoorders Hoewel het thans reeds de 26' maal is, dat ik op dezen avond, zij het ook met een geheel vernieuwd auditorium en in eene andere zaal dan in den aanvangvoor U optreed zoo bevangt mij steeds eene zekere schroom, als ik het jaarverslag ga uitbrengen. liet is geene vrees voor Uwe mij bekende, welwillende kritiek, maar de stof zelve leent zich weinig tot eene mondelinge voordracht, omdat het verslag grootendeels eene opsomming van namen en cijfers bevat, welke eerst kleur en beteekenis erlangen, wanneer men de aanwinsten zelve daarbij onder de oogen krijgtwat op dezen avond niet het geval is. Buitendien ontvangen alle directeuren en leden het verslag gedrukt in het jaarlijksche deel van het Archief, wat de belangstelling niet verhoogt en deze vergadering tot eene der minst bezochte in het jaar maakt. Aan de weinige getrouwen zeg ik gaarne dank voor hunne tegenwoordigheid op dezen avond. Er is echter nog eene andere reden voor die schroom. Een goed en oud gebruik brengt mede, dat de overleden direc teuren en leden te dezer plaatse met een enkel woord herdacht worden door den secretaris. Het is een vluchtig voorbijgaand Archief 1911. a

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1911 | | pagina 9