63 te stellen ende committeren den eedelen hoochgeborenonsen gelieffden nevegraeff Philips van Hohenlo denzelven te dien fine gegeven hebbende volcomen macht ende authoriteyt, om zoowel in politisscheals in saecken van der oorloge te water ende te lande souverainelick te gebieden ende ordon neren zulcx ende in aire manieren als wyalomme present wezende, zelffs souden mogen doen, waeraff den voornoemden onsen nevezoe wanneer hy binnen desen eylande esalleene de seker correspondentie mit ons sal houden. Sullen deshalven gouverneursadmiralencapiteynen ende alle ander officieren soldaten, bootsgesellenovericheden ende ingesetenen, zoewel van den steden als van den platten lande, gedencken den graeff van Hohenlo voornoempt aen te sien, eeren ende hoorsamen, hem assisterende met raedt ende daet, des versocht sijnde, als onsen eygen persoone. 2. Dat niettemin onder ons ende onsen gelieffden neve gebiedt hebben sal eenen particulieren gouverneurzoe onder de ingesetenen als over het crijchsvolckjegenwoordelick in dit eylant wezendeoff dier noch sullen mogen comenhoudende zyne ordinarise residentie binnen der stadt Middelburch; ende insgelijcx eenen admirael over tzeevarende volck, houdende zyne residentie binnen Vlissingen. 3. Wy hebben voorts geordonneertdat neffens den voornoemden gouverneurs wesen zal eenen landraedt, gecomposeert van zess andere notable ende gequalificeerde persoonendaertoe te depu teren, te wetene uuyt elcke van de drie hoofsteden één, twee by de Staten van Hollant, ende daerby gevoucht den tresorier- generael, maect tsamen met den persoon van den gouverneur een collegie van zevene; welcke voorscreven gedeputeerde rade zullen gelyckelijck gehouden wezen huerlieder residentie te houden bynnen der stede van Middelburch. 4. Ende tot kennisse van tvoorscreven collegie van gouverneur

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 119