132 achtergehouden en zullen dus ook niet op deze kaart zijn aange bracht. Hoe groot het verlies der kaart overigens nog isvooral waar het betreft een handschrift uit de middeleeuwen waarbij de stijl vaak zooveel te wenschen overlaatal is de steller dan ook al gelijk hier burgemeester van Zeelands hoofstad behoeft geen betoog. Ten einde in dit gemis ook maar eenigszins te voorzien en den lezer te hulp te komen met de ligging en verhoudingen der plaatsenteekende de heer P. L. Boliee opzichter van de Oostwatering, naar aanwijzing van den heer H. van Gelderen den ingenieur van Walchereneene kaart waarop de gegevens van de memorie zoo getrouw mogelijk in beeld zijn gebracht. Het mag hier echter nog wel eens uit drukkelijk gezegd wordendat het niet mogelijk was eene in alle opzichten nauwkeurige teekening van den rand van Wal cheren in 1546 te vervaardigen; de redactie van het stuk liet den ontwerper op enkele plaatsen in den steek om de lijn met zekerheid te trekkenen in vele opzichten om de dijken duinen en hoofden anders dan globaal aan te geven. Het handschrift is bij de onderteekening niet gedateerd. Hoewel men moet aannemendat het in hoofdzaak den toe stand van 1546 weergeeft, blijkt toch uit meer dan enkele bijzonderheden, dat onze "genoegelijke" dijkgraaf eerst vele jaren later de memorie uit zijne aanteekeningen opstelde, en wel in 1559 (1560?), zooals hij zelf bij de vermelding van de ver- eeniging van Westsouburg met de Zuidwatering op blz. 137 hierna zegt. Dit jaartal verklaart ons ook, waarom Jehan graaf van Bossu een dergenen was, aan wie een exemplaar van de kaart is verstrekt. Hij kreeg die in hoedanigheid van vader van zijn minderjarigen zoon Jhr. Maximiliaan de Henni op wien na den dood van Maximiliaan van Bour- gondië in 1558, bet markiezaat van Vere en de vertegen woordiging van de edelen van Zeeland was overgegaan. Ten gevolge van bijzondere werkzaamheden was ik in de laatste jaren gedwongen zooveel mogelijk kennis te nemen van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 188