137
viventseventich roedenalwaer een goet vroem hoet leytdaer
vele schepen comende van Andwerpen ende andere plaetsen
dyckmael aen comen leggen.
Somma tot hier van Aremuden est lanck twee dusent ende
drienviftich roeden.
Item van Rammekens tot die plaetse, ghenampt die Vys-
hoeden est lanck sevenhondert ende a) viventwintich roeden
Item van de Vyshoen tot Vlissinghe est lanck vijfhondert
ende tsev(en)tich roeden.
Somma tsamen als nu anno negenenvijftich by den Staeten
des landts de Zuuytwaeteringhe vermeerdert ende Westersob-
burch daeraen gebracht x)bevonden lanck te wesenniet
gerekent van Aremuden tot Mortiere 0)es -de Zuuytwaete
ringhe lanck drie dusent driehondert ende XLVUI roen.
Volcht nu van de ghevanghen poorte van Vlissinghe naer
Soutelande zoe hiernaer volcht.
Item ghemeten van de ghevanghen poorte tot Lange nolle c)
toe est lanck tweehondert ende vivendertich d) roedente weten
van deselve poorte hondert ende vivendertich roeden, al kyst-
werckende van daer tot die Langhe nolle van den Groenen
dijck noch hondert roeden kystwerckcompt tsamen tweehon
dert ende vivendertich roeden.
a) Het hs. heeft dit woord tweemaal.
b) Hier wordt bedoeld, dat van Amemuiden tot Mortiere niet gerekend
moet worden onder de Zuidwateringomdat dat gedeelte 'tot de Oostwatering
behoort. Onder de 3348 roeden is de afstand tusscheu beide punten wel be
grepen.
Het hs. heeft: Dijcshouck.
d) Het hs. heeft: negentachtich.
West-Souburg en Oud- Vlis sing enaanvankelijk twee afzonderlijke waterin
gen, werden in c. 1536 in ééne rekening vercenigdmaar bleven ook nog nadat
zij in 1538 met de Zuid- en Westwateringen in ééne rekening vercenigd waren,
hun zelfstandig bestuur van schout, schepenen, waterklerk en bode behouden
tot, zegt Boom, (15)59, vermoedelijk vóór Paschenen dus 1560.