3
afspraak had gemaakt en dat Blijf,nburg op zich had genomen
Cats te gaan polsen; want reeds den volgenden dag vertrekt
Blijenburg naar Zeeland's hoofdstad. In de stadsrekening
van Dordrecht over 1632 leest men onder het hoofd: Ander
uuytgeven van reyscosten ende vacatiën van myne heeren
pensionarissensecretarissen ende camerwaerders deser stede
voor den jare 1622 (fol. scvi v°)
Mr. Adriaen van Blijenborch uyten Outraet hondertvijffentachtich
gulden eenen stuijver als: cvi L. ix st. omme syne verschoten reys-teer-
costenbellechieren ende anders, dat hij van deser stede wegen gecom-
mitteert sijnde den xxvn november 1622 is gereyst tot Middelborch in
Zeelant om saecken de heer borgmeester bekent, enz.
Het is Blijenburg niet gelukt Cats, die eerst kort (sinds
1621) het ambt van pensionaris te Middelburg bekleedde,
maar reeds twintig jaar daar woonde en zich er thuis en
gelukkig voelde, direct tot toeslaan te bewegen. De onder
handelingen werden min of meer officieus gevoerd. In de
zooeven aangehaalde stadsrekening wordt het doel van Bltjen-
burg's reis slechts in bedekte termen aangeduid en ook de
brief van Cats, die hier volgt, geeft het afdoende bewijs,
dat de Middelburgsclie vroedschap, althans officieel, onkundig
bleef van het verlies, dat haar dreigde. Deze brief, de eenige,
die niet in het Latijn is geschrevenluidt
„Laus Deo. In Middelburch
„den xxnden Decembris
„1622.
„Mijn Heere
„lek hebbe met leetwesen verstaen de moyelicke reyse, die E. op
„het wederkeeren van hier heeft gehad, sonderlinge mits U. E. twyfel-
„achtige gesontheyt, uuyt oorsaecke van U. E. voorige kranckte: U. E.
„heeft vry veel moyten genoemeü over een saecke, die (wat my daerin
„belangt) niet weert en was soo diere gekocht te worden. Het stuck selfs
„aengaende dient rondelick voor antwoorde, dat ick, de saecke alvoorens
„hebbende gemaeckt een deel van mijn daegelicksche gebeden, bevinde
„evenwel daerontrent groote bedenkingen; aen d'eene syde, my voor-
belechiere drinkgeld, fooi.
