11 ponden. Of Cats in Dordrecht ook het vooruitzicht had van emolumenten en douceurtjes, zooals bijv in Middelburg //ses ponden over tabbaertlaken" (zie stadsrekening), weet ik niet, maar zelfs een eventueel verlies daarvan kon stellig niet op wegen tegen de 700 ponden, die de Dordtenaren hem elk jaar meer betaalden. Acht dagen na het afleggen van den eed vinden wij Cats weer in Middelburg. Uit zijn brief van 21 April (Bijlage Y) spreekt voldoening over zijn bezoek aan zijn toekomstige woon plaats en lust om zijn nieuwe betrekking te aanvaarden. Hij heeft bij verschillende dignitarissen zijn opwachting gemaakt. //Sinds dat ik bij u de patriciërs gezien heb", schrijft hij //was het mijalsof ik telkens een heros gezien had (gij vweet, over wie ik het heb)." Haast behoefde hij niet te maken. In een brief van den eersten Mei (Bijlage VI) heet het //Het verheugt me, dat ik, doordat het juist jaarmarkt 2) is, //waarover ge schrijft, eenigen tijd kan winnen zonder nadeel //voor uw stadof liever onze stad (zooals ik thans moet //spreken en denken)." De laatste drie brieven van 12, 22 Mei en 2 3) Juni (Bijlagen VIIIX) handelen bijna alleen over huishoudelijke aangelegenheden. De datum van den laat- sten brief is in zoover van belang, omdat daardoor de mededee- ling van Mr. de Stoppelaau (bl. 25), dat Cats omstreeks de maand Mei voor goed naar Dordrecht vertrokkan worden gerectificeerd. Het zijn vooral die huishoudelijke aangelegenheden, die de lectuur der brieven smakelijk maken. In Januari 1623, toen Blijenbdrg voor de tweede maal, nu officieel sis gedeputeerde met Back, te Middelburg vertoefde, zijn Cats en hij dikke vrienden geworden. In den tweeden brief (van 7 Februari) is de toon al dadelijk veel vertrouwelijker en gemeenzamer dan Heros wordt veel iu Latijnsche brieven der 17de eeuw als eeretitel gebruikt. Gehouden op den 268ten dag na Paschen gedurende 14 dagen, zie Balen o. c. bl. 632. 3) Misschien 11.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1912 | | pagina 67