28
de commissiën in verband gebracht worden, die de Prins op
4 en 15 Mei 1573 verleende aan rentmeesters van de domeinen
en geconfiskeerde goederenrespectievelijk binnen Vlissingen
cn Veere. 3) In Zierikzee had de gouverneur voor de aan
stelling van een reutmeester gezorgd. s) Door de heffing van
licenten van de schepen, die op de aan den koning gehoor
zame gewesten voeren, werd in den zomer van 1573 eene
rijke bron van inkomsten geopend, en op 20 October 1573
kreeg dientengevolge Adkiaan Manmaker, als thesaurier-
generaal van den oorlog over het geheele land en graafschap
van Zeelandhet oppertoezicht over alle particuliere ontvangers
in het gewest; 4) hij moest den verschuldigden eed afleggen
in handen van den gouverneur van Vlissingendie daarmee
boven de beide andere gouverneurs werd onderscheiden.
Zoover was de organisatie gevorderd, toen Middelburg
overging. Deze gebeurtenis had zich na de inneming van
Rammekens en den slag bij Reimerswaal laten verwachten
en de aanhef van de instructie van 2 Maart 1574 leert ons,
dat de Prins dan ook reeds tevoren met de gouverneursen
deze wederom met magistratenraden en schutterijen der op
gestane steden hebben geraadpleegd over de inrichting, die in
de omstandigheden noodig en mogelijk geacht werd.
Tal van bepalingen in deze instructie betreffen aangelegen
heden die in een algemeen regeeringsreglement doorgaans
niet aangeroerd wordenzoodat men er in de latere geene
wedergade van vindt. De hoofdzaken staan in de beide eerste
en de beide laatste artikelener komt een college van Gou
verneurs en Raden, dat bij afwezigheid van den Prins, gedu
rende de troebelen het burgerlijk en militaire bestuur 6) over
Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, Geschiedkundig Onderzoek
naar den rechtstoestand der Zeeimsche geestelijke goederen (1906), bl. 4.
Eerste register van commissiën fol. 113.
3) De Jonge, t. a. p. bl. 26.
4) Zijue commissie is afgeschreven in zijne eerste rekeniüg.
5) Over de rechtspraak, waarin geene verandering kwam, wordt niet ge-