43
heeren zich voorsteldenen in 't bijzonder sloeg de Prins in
dezen tijd een anderen weg in dan de Hollanders en Zeeu
wen wenschten, die echter met hem niet wilden noch
konden breken. Dus is Zeeland in 't begin van 1579, kort
na het tot stand komen der Unie van Utrechtgedwongen de
convooigelden in de kas der Generaliteit te storten, en de
Unie van Delft te hernieuwen. Goes en Tholen namen de
laatste aan met behoud der satisfactieswat met eene ver
werping gelijkstond. Middelburg had de aanneming van de
Nadere Unie ten slotte afhankelijk gesteld van de herstelling
in zijn in 1574 besnoeid rechtsgebied, wat Vlissingen en
Yeere ontstemde, en over deze en andere kwesties waren de
leden der Staten onderling zoo verdeeld geraaktdat weken
lang geene zaken afgedaan konden worden.
Het proefjaar van de Statenregeering eindigde dus met eene
mislukking. Inderdaad, wanneer men geen eenhoofdig gezag
wilde, maar de regeering van een collegedat door overreding
tot eenheid van zienswijze gebracht moest worden, had men
iemand van eene zeldzame bekwaamheid als Jan de Witt
noodig. Met een voor ieder duidelijk en aannemelijk doel
was eenige maanden lang prachtig samengewerkt, maar nu zat
men vast, en riep men weer om autoriteit, om een represen
tant van den Eersten Edele, die zijn vast verblijf in Middel
burg zou hebben om de beslissing van de hangende kwesties
door den Prins. Deze gaf zijne beslissing (nr. VII), maar De
Rijcke, die 14 Augustus zijne commissie als vertegenwoordiger
van den Eersten Edele ontvangen hadnam nog geene zit
ting, omdat Van Dorp bezwaar maakte zijn post op te geven
hoewel hij evenmin op den duur in Middelburg wou komen
wonen.
De vrede tusschen de Zeeuwsche steden was toch in zooverre
herstelddat zij gemeenschappelijke besluiten konden nemen.
De Nadere Unie had haar aantrekkelijkheid verlorenmaar in
Februari 1579 had Zeeland eene rechtstreeksche uitnoodiging
ontvangen om gedeputeerden naar de Staten-Geueraal af te