58
sporigheden over te gaanomdat de boer die verliooging niet
geeft, is even onrechtvaardig als nutteloos en kan niet anders
als in den hoogsten graad voor de arbeiders zelf gevaarlijk en
zelfs verderfelijk zijn."
Elke bijeenkomst, welke in deze dagen gehouden wordt, heet
plechtig en indrukwekkend, de bezoekers zijn steeds talrijk en
aandachtig, elke aanspraak is doelmatig en gepast, alle harten
en oogen worden aanstonds door elke goede aandoening verteederd
en tot tranen toe geroerd, in een woord, de Brave-Hendrikken-
en Jan-Saliegeest vierde hoogtij.
Alles moest zich buigen voor de conventioneele vormen en
wat daarbuiten ging was uit den booze. Zelfs wanneer een mis
dadiger onverschrokken den dood tegemoet gaat, is dat geen
daad van moed, maar ijdelheid en veinzerij. „De ongelukkige
heeft tot het laatst toe veel bedaardheid aan den dag gelegd en
scheen boven alles er zich op toe te leggen, om geene vrees te
toonen. Zijne ijdelheid, om een man van karakter te schijnen,
is hem bijgebleven tot aan zijn jongsten snik." 1)
Een curieus staaltje, hoe zelfs een hond geheel van den geest
des tijds doordrongen was, levert het volgende feit, dat op 6
Juli 1824 te Middelburg voorviel. 2) Het dier verdient, ook
als het prototype van den politiehond, hier aan de vergetelheid
ontrukt te worden
„Een arm meisje wat spaanders geraapt hebbende aan den
havendijk van Middelburg, kwam met den daarmede gevulden
zak van den dijk af. Een man, die destijds algemeen bekend
stond voor zeer onbescheiden en die daar omstreeks als oppasser
tegen het weghalen van hout diende, nam het meisje den zak
met spaanders af: het meisje tegen deze overmagt niet bestand,
schreeuwde en huilde toen de man met den haar afgenomen zak
heenging. Een gladharige hond, van de grootste soort, bij de
Engelschen opgevoed, doch toen op een Zeeuwsch schip beboe
rende, daaromtrent zijnde, kwam op dat geschrei af en vatte
niet het meisje, maar den man, die den zak met spaanders had
1) Terdoodbrenging van i.e Comte op 8 Juli 1816.
2) Midd. Crt. 1824 no. 81.