■37
bruik makende van het recht, bij het octrooi van 1505 aan de
beide oorspronkelijke concessionarissen Citov en Laureyn toe
gekendheeft messire Jan Adornis zich niet tot het inpolderen
alleen bepaald maar, toen de St. Jan goed en wel droog lag,
daar ook een dorp en kerk in gesticht na vooraf, op 16
October 1528, met den abt van St. Baafs, wien het patronaat-
recht in Aardenburgerambacht en dus ook van de nieuw op te
richten kerk toekwameen overeenkomst te hebben aangegaan
waarbij de abt aan Adornis en zijn rechtverkrijgenden voor een
termijn van 100 jaar en onder zekere voorwaarden de benoeming
van den pastoor overliet 2).
Niet minder belangrijk was in het eerste vierendeel van de
jaren 1500 de aanwinst van grond uit de Vloer, den zeearm die
het eiland Wulpen van Groede scheidde. He Vloer is in de
middeleeuwen een verkeersweg geweest van beteekenis. Omtrent
1250 diende hij tot vaarwater voor de schepen, welke nit Brabant,
teerste jaer was anno 1531 Dat dit poldertje identiek is met het Lamp-
sinspoldertje van later tijd blijkt uit het advies van den rentmeester in het kwar
tier vau Sluis aan de Staten-Generaal in zake het verzoek van Nicolaas Cauwe
om octrooi tot herdijking van den toentertijd geinundeerden Baanstpolder van 1611:
n. hebbe mij vervoegd ter plaetze van de gorziuge of ingevloeid polderken
genaamd de Baanstpolder in Oostburgambacht gelegen noordwest de kerke van
Groede, strekkende zuidoost, den zeedijk van Adorenspolder aan de noordwestzijde
en alzoo zuidwestwaart eindende aan Grammeijspolderken
1) Kerk en dorp moeten bereids vóór den zomer van 1533 in wezen zijn ge
weest, want een oorkonde van 12 Juli 1533 (bij Gilliodts Coutumes des petites
villes etc. du quartier de Bruges III p. 390) bericht met zooveel woordendat
Adornis in den Sint Janspolder had laten oprichten en bouwen „pluiseurs mai-
sons et ediffiees avec une église pour les manans et habitans illecq." De thans
geheel verdwenen kerk heeft gestaan in de tegenwoordige buurtschap „de Kapelle;"
zij was echter geen kapel maar een zelfstandige parochiekerk zooals af te nemen
is uit een tweetal acten van December 1558 en Juni 1560, waarbij da vicaris-
generaal van het bisdom Doornik de benoeming van een pastoor goedkeurt. Uit
die beide oorkonden, in afschrift bewaard onder de stukken van de Loketkas
Staten-Generaal (Loopende no. 364) op het Algemeen Rijksarchief te 's Graven-
hagevernemen wij tevens dat de kerk was toegewijd aan St. Petrus in navicula.
Naderhand is zij in verval gekomen maar uit een in diezelfde verzameling aan
wezige memorie van 1 April 1659 blijkt, dat er destijds nog bouwvallen van te
zien waren.
2) Een Latijusche vertaling vau deze overeenkomst bevindt zich onder de
hiervóór genoemde verzameling van de Loketkas Staten-Generaal.