XIII
Buitendien werd voor de ouderwetsche kamer ontvangen van
de dames Janssen te 's-Gravenhage eene fraaie, geheel gave pop
met kleeding van omstreeks het jaar 1825, waarbij de dames de
Man een daarbij passenden poppenstoel voegden.
De afdeeling porselein en aardewerk en de ethno-
graphische verzameling ondergingen geene verandering.
Over de Zoologische afdeeling brengt de conservator
het volgende verslag uit:
„De aanwinsten van de Zoölogische afdeeling zijn de volgende
„In de maand Juni 1915 werd door een schipper te Ierseke
weder -een exemplaar van de gewone strandkrab, Carcinus
maenas (Linné), aangebracht met monstrueuzen bewegelijken
vinger van de linkerschaar.
„In dezelfde maand werd door J. de Nooyer, visscher te Ar-
nemuiden, een fossiel been opgevischt ten Z. Z. W. van West-
kapelle op ongeveer 20 vadem diepte, 450 meter uit den wal,
welk been voor de afdeeling werd aangekocht. Eveneens nog in
Juni ontving de conservator een jeugdig exemplaar van den
Toonhaai, Mus tel us vulgaris M. H., gevangen de laatste
week dier maand in de oesterputten bij Krabbendijke, in het
zoogenaamde „Zuiden." Deze haai, die volwassen eene lengte
van 2 tot 3 voet bereikt, behoort, volgens Schlegel, aan onze
kust niet tot de zeldzame soortenofschoon hij er niet in
menigte wordt gevangen. Door de welwillendheid van den heer
Dr. J. J. Teschtoen nog te den Helderthans conservator aan
's ltijks Museum van Natuurlijke Historie te Leiden, ontving
het museum drie goed geconserveerde exemplaren van Ophelia
1 i m a c i n a Rathkeeene soort van zeewormenverzameld Sep
tember 1904 door de „Wodan" op de Bruine Bank in de Noord
zee: het oude exemplaar van het museum was geheel vergaan.
„In Juli werden door den conservator aan het museum 24
exemplaren van het geslacht Lean der Desm. ten geschenke
gegeven, garnalen die in Holland „Steurkrabbendoor onze
Arneinuidsche visschers „Steurtjes" worden genoemd; zij maakten
deel uit van eene belangrijke verzameling europeesche Leander-