198
Sinds het jaar 1781 worden de inlichtingen omtrent de zieken
in eens veel uitvoeriger, terwijl de doodsoorzaak ingeval van
overlijden dikwijls werd meegedeeld„zinking-koorswater in de
borst, een abses in de long, verval van kragten, wezenloosheid,
belemmering in de hersenen, etterborst, een verhaaste dood, ver
waarloosde galziekte, belette uitwaseming, slaapziekte, rotkoors,
bederf in de vogten, uittering".
Er waren klaarblijkelijk vele vreemdelingen in Middelburg in
dienstbetrekking in die jaren, want onder de patiënten van het
jaar 1781 vinden wij o. a.„Johanna Dorothea Herst, oud
23 jaaren, geboortig van Breslau in Silesien, laast als meid ge
diend hebbende aan de Vlissingsche .Poort in de drie Brabanders".
Verder drie jonge meisjes, alle drie:
„Gebooren te Coblentz en logerende in een kelder over de
Dambrug".
Dan „Elisabeth Christina van Wyk, oud 30 jaaren gebooren
van Stavanger in Noordwegen, derde meid by de heer Burge
meester Jacob van Citters".
En ook „Lodewyk Erederik August Wullotzin, oud 23
jaaren gebooren te Berlijn, Lyfknegt by de Heer en mr. van
Cattendyke".
Evenals „Pierre Louis Pickard, oud 32 jaaren gebooren te
Harmoutshaus in Zwitserland, lyfknegt van Mevrouw van Cat
tendyke".
Uit de aanteekeningen omtrent het adres der zieken blijkt,
hoezeer Middelburg is achteruitgegaan in restaurants met schil
derachtige namen
„De drie Brabanders, Het Goud Anker, In de drie Sterren
by Lodewyk, de Son, De goede Vrouw, 't Eortuintje, La Veuve
D'ansi, Het Hoefyzer, Den admirael Tromp, Het gekroonde
Kannetje, De Koning van Pruisen".
Helaas vermelden de Lootjesboeken ons niets naders omtrent
den aard der ziekte, welke in 1770 een ramp over het Gasthuis
bracht.
De notulen vertellen ons dat op 22 en 28 Januari 1770 „door
ordre op versoek van Heeren Bewindhebberen van de Oost. Ind.
Comp. alhier syn in den gasthuyzen gebragt 37 persoonen, ko-